Het Zorginstituut ligt in de clinch met oncologen en borstkankerpatiënten over de vergoeding voor de genetische test MammaPrint. Het Zorginstituut adviseert minister Bruno Bruins om die niet op te nemen in het basispakket, zeer tegen de zin van betrokkenen in.
Dat meldt Medisch Contact op 10 oktober. De test wordt gebruikt bij vrouwen met borstkanker om in een vroege fase te onderzoeken of er risico is op uitzaaiingen na een operatie. Zo kan worden vastgesteld of ze chemotherapie nodig hebben. Maar volgens het Zorginstituut is het onvoldoende bewezen of de genetische test kan aangeven of chemotherapie niet nodig is.
Bijwerkingen
Patiëntenorganisaties en wetenschappelijke verenigingen wijzen op publicaties van studies die aantonen dat vrouwen, die op basis van MammaPrint geen chemo kregen, een uitstekende kans op genezing hebben. Het voordeel is dat zij geen last hebben van de bijwerkingen van chemotherapie. Bovendien staat de test in de richtlijnen van internationale oncologische verenigingen als valide hulpmiddel voor de bepaling van het toedienen van chemotherapie. De kritiek van artsen op het Zorginstituut is dat het niet in staat is de ontwikkelingen op het gebied van kankeronderzoek te volgen.
Coulance
Zolang het niet zeker is of MammaPrint via de basisverzekering zal worden vergoed, wordt detest betaald via een zogenaamde coulance-regeling. Mogelijk komt daar snel een eind aan. De test zelf betalen zou voor veel vrouwen geen optie zijn. De MammaPrint kost 2700 euro. Ieder jaar krijgen ongeveer tweeduizend vrouwen de genetische test. Het Zorginstituut verwacht dat het er zesduizend worden als de test in het basispakket zit. Dat zou de totale kosten op zo’n zestien miljoen brengen.
Het bericht Oncologen kritisch op MammaPrint-besluit Zorginstituut verscheen eerst op SIN-NL.