De arts die wegkijkt na een medische fout is net zo schuldig als zijn disfunctionerende collegae: daders, handlangers, wegkijkers en weigerartsen in de zorg.
Dertien jaar geleden deden artsen een poging gedaan om mij, patiënt met longkanker uit te schakelen. Heel stiekem en berekenend waarvoor één van de arts-daders dr Luc Willems, longarts LUMC een waarschuwing kreeg.
Dat is een straf van niets natuurlijk maar als ik zeg dat ‘de straf’ een maatregel was van het regionaal tuchtcollege Den Haag, wordt het voor velen duidelijker. De ‘gestrafte’ dader had ik voor het medisch tuchtcollege gedaagd omdat hij mij bewust een verkeerde behandeling liet ondergaan die me bij voorbaat kansloos maakte.
Mijn ontsnapping was puur geluk. De ‘plaats delict’ was het Leids Universitair Medisch Centrum.
Ik had longkanker in stadium IIIA. Het stadium dat genezen kan door adequate behandeling.
Twee longspecialisten bij het LUMC, waarvan één de titel professor heeft, zagen in mij een prima kandidaat om te kunnen gebruiken voor een proef (trial). Er was een nieuw instrument geïntroduceerd om met behulp van een echo een biopt te nemen door de slokdarmwand heen(EUS-FNA). Het mocht destijds alleen uitgeprobeerd worden bij het LUMC en UMCG.
Op de vraag of ik daaraan mee wilde werken antwoordde ik positief.
De arts-daders, LUMC
De Duitse professor Klaus Rabe vond één keer niet genoeg. De longspecialist Luc Willems moest ook maar eens oefenen met het instrument dat Rabe geïntroduceerd had in Nederland.
De vraag om me een tweede keer te laten figureren, verpakten Willems en Rabe in een doemscenario. Ik kreeg direct na de chemo de mededeling dat ik niet meer te genezen was. Einde verhaal voor mij dus.
Willems meende dat er een kleine kans was dat de tumor dode cellen zou bevatten en dat een biopt daar uitsluitsel over kon geven. Een biopt dat weer via de slokdarmwand genomen kon worden. Dan was behandeling wellicht weer denkbaar. Na zo’n schokkende mededeling is natuurlijk maar één antwoord mogelijk, hadden de hooggeleerde slimmeriken bedacht.
En zo ging het dan ook want ik zei natuurlijk ja! Ik vermoed dat de amices met dit succes heel erg in hun sas waren. Maar soms reageren patiënten net iets anders dan wat de artsen gedacht hadden. Beide heren hadden het gedeelte van de som dat tussen haakjes staat niet meegerekend.
De second opinion! Want wat bleek na de second opinion? Dat ik sowieso (in opzet) in eerste aanleg genezend behandeld moest worden want de ziekte was in stadium IIIA!
De boze Willems toonde na de second opinion zijn diepe minachting voor mij, de patiënt door een medewerkster te laten zeggen dat hij zijn werk gedaan had. Met andere woorden: ‘val dood patiënt!’.
De arts-handlanger
Meneer, u bent hier volledig onbekend’, antwoordde de dame bij radiologie. ‘Maar mevrouw, volgens longarts Willems is de aanvraag voor een in opzet genezende radiotherapie al enige tijd geleden naar uw afdeling gestuurd’, herhaalde ik mijn woorden. Ze zette me even in de wacht maar kwam al spoedig terug met de mededing dat de aanvraag die Willems verstuurd zou hebben niet was aangekomen. Daardoor kon men door drukte pas in maart met de bestraling beginnen. Dat was ver buiten de tijd van zes weken na chemo die daarvoor staat maar in wanhoop maakte ik de afspraak toch.
Dezelfde dag nog kon ik met hulp van mijn zorgverzekering een afspraak maken voor een -in opzet- genezende behandeling in Antwerpen. Ik meldde de afspraak in Leiden nog dezelfde dag af maar kort daarna belde radiotherapie LUMC terug met de mededeling dat men door wat verschuivingen toch tijdig kon beginnen met mijn behandeling.
Dokter Krol radioloog zou me direct na het weekend al willen zien voor een intake gesprek. Dokter Krol bleek niet erg spraakzaam en het zal het kortste intakegesprek ooit zijn geweest. Ik wees dokter Krol er voor mijn vertrek nog wel op dat het om de (in opzet) genezende behandeling ging. Hij knikte en bevestigde het mompelend. Enkele weken later, tijdens een nog korter gesprek, kreeg ik de mededeling van Krol dat ik was uitbehandeld. Ik moest weer dood.
De arts-wegkijker
Longspecialist dokter Dingemans, die de controles deed tijdens en na de bestraling, was in de maanden dat ik chemo kreeg al een keer ingevallen voor dr Willems. Een aardige vrouw. Altijd correct en vriendelijk.
Ik voelde me kort na de bestraling fysiek erg goed dus toen ik via een kennis wat informatie kreeg over Duitse ziekenhuizen, besloot ik om weer een second opinion aan te vragen. Mijn keuze viel op Freiburg omdat de arts aan de telefoon vertelde dat men bij een lokale uitzaaiing altijd opereerde. Vóór mijn vertrek ben ik volgens afspraak nog een keer bij dokter Dingemans langs gegaan en vertelde haar over Freiburg. Zonder op te kijken van het schrijven, zei ze: ‘die operatie doen we hier ook!’ Een merkwaardige opmerking.
Maar omdat ze er geen vervolg aan gaf, ben ik na het paasweekend in 2003 naar Freiburg (Duitsland) afgereisd. Een week later onderging ik chirurgie. Een paar dagen na de operatie was ik weer enigszins aanspreekbaar. De hoofdchirurg kwam langs en vroeg wat ik voor bestraling had gekregen. ‘De in opzet genezende bestraling’, antwoordde ik. Hij schudde het hoofd en zei dat ik die bestraling zeker niet gekregen had. Uit mijn dossier bleek later dat het een palliatieve bestraling was geweest.
Dokter Krol was de collegae Rabe en Willems gedienstig geweest en dokter Dingemans had weggekeken. Voor de poging om een patiënt de dood in te sturen kreeg dokter Willems een waarschuwing. ‘Dat zal hem leren!’, zal het tuchtcollege Den Haag hebben gedacht.
Eendrachtige samenwerking
Na de second opinion mocht ik van de rancuneuze artsen Rabe en Willems doodvallen en dat zou zonder de chirurgen in Freiburg ook gebeurd zijn. De kansloze palliatieve behandeling van de arts Krol was een soort eerwraak. Niemand zou ooit geweten hebben van het vuile spel dat gespeeld werd. Behalve de daders Rabe en Willems, handlanger Krol en wegkijker Dingemans. Als Krol niet had willen meewerken met de longartsen was het niet gebeurd. Datzelfde geldt voor het wegkijken van dokter Dingemans. Niemand wilde klokkenluider zijn. Ik vraag me soms af of ze nog wel eens aan me gedacht zouden hebben als ik in 2003 was overleden.
Het tuchtcollege Den Haag , weigerartsen en de IGZ
Het tuchtcollege Den Haag heeft ervoor gezorgd dat ik nog steeds problemen heb met longartsen. In het ene ziekenhuis na het andere. De maatregel waarschuwing is al bijna niets maar blijft ook anoniem en komt niet in het BIG-register te staan. Niemand die ervan weet. Voor dit gedrag was een zwaardere maatregel voor de patiënt gepaster geweest.
Nu word ik geweigerd door longartsen omdat de collegae in andere ziekenhuizen is ingefluisterd dat ik in het buitenland een operatie heb ondergaan die ‘not done’ is. Dat dit complete lariekoek is, speelt geen rol. Al dertien jaar lang word ik daardoor geschoffeerd en geweigerd door longartsen in andere ziekenhuizen, allen weigerartsen.
IGZ geeft niet thuis en de ombudsman zou er nog weleens over gaan praten met de IGZ. En het tuchtcollege? Dat is er vooral om schade voor de arts zoveel mogelijk te beperken.
Doe er eens iets aan Minister Schippers, IGZ en alle andere zorgcontroleurs!
Wegkijken is dodelijk!
Herman Raaphorst
Het volledige verhaal is opgetekend in het boek ‘Een klein deurtje dat weer open kon’.
The post Raaphorst: Een medische fout: daders, handlangers, wegkijkers en weigerartsen in de zorg. appeared first on SIN-NL.