Quantcast
Channel: My Blog
Viewing all 2666 articles
Browse latest View live

Cathy van Beek gaat weg bij Radboudumc -Loek Hermans wanbeleid Meavita blijft-

$
0
0
Commentaar SIN-NL
Mooie jaren……
Dat zul je slachtoffers van medische fouten oa van Radboud UMC nooit horen zeggen, vooral omdat artsen na de medische fout eerlijke informatie, diagnostiek en herstelbehandeling weigeren, naast fraude in de medische dossiers.
En hr Loek Hermans (VVD) bekend van zijn wanbeleid bij Meavita en daaarom ook opgestapt in de Eerste Kamer kan blijkbaar gewoon doorsjoemelen bij de Radboud Universiteit en het Radboud UMC, ten kosten van duizenden naïeve studenten en  patienten.
Zo gaat dat met vriendjes.

—————-

Cathy van Beek gaat weg bij Radboudumc

Cathy van Beek ziet af van verlenging van haar lidmaatschap van de raad van bestuur van het Radboudumc per 1 oktober 2017. Na zes jaar bestuurslidmaatschap bij het Radboudumc kiest zij voor “een nieuwe stap” in haar loopbaan.

“Al vanaf 1976 werk ik met hart en ziel in en voor de zorg”, laat Cathy van Beek weten in een persverklaring van het Radboudumc. “Focus heeft al die jaren gelegen op veilige, persoonsgerichte en duurzame zorg. Met jullie heb ik heel mooie intensieve jaren mogen beleven. Ik ben intussen weer toe aan een nieuwe uitdaging.” Ze gaat zich oriënteren op haar volgende stap. “Ik sluit niets uit en ga het avontuur open tegemoet.”

Leon van Halder, voorzitter van de raad van bestuur van het Radboudumc laat weten haar te zullen missen: “Cathy werkt met ongelooflijk veel enthousiasme en bevlogenheid binnen en voor ons UMC. Zowel regionaal als landelijk betekent zij veel voor ons. Haar betrokkenheid bij de patiënt, onze persoonsgerichte zorg en bij kwaliteit en veiligheid is dagelijks voelbaar. De laatste jaren is ze met veel passie ook onze ambassadeur voor het verduurzamen van de zorg.”

Loek Hermans, voorzitter van het Stichtingsbestuur SKU (Stichting Katholieke Universiteit, de toezichthouder) vindt het “erg jammer” dat Van Beek vertrekt, maar respecteert haar beslissing. “Het Stichtingsbestuur is Cathy van Beek bijzonder erkentelijk voor hetgeen zij in haar bestuursperiode tot stand heeft gebracht op het terrein van kwaliteit en veiligheid, persoonsgerichte en duurzame zorg.” Het Stichtingsbestuur zal in overleg met de raad van bestuur en de daartoe bestemde organen van het Radboudumc zoeken naar een opvolger.

c

The post Cathy van Beek gaat weg bij Radboudumc -Loek Hermans wanbeleid Meavita blijft- appeared first on SIN-NL.


Medische fouten in België: ‘Zelfs wanneer ze je verkeerde been afzetten, kun je je zaak niet winnen’

$
0
0

Commentaar SIN-NL
Prima artikel. Hoe herkenbaar met de positie van slachtoffers van medische fouten in Nederland.
Artsen gaan vrijwel altijd vrijuit ondanks duidelijke grove nalatigheid, advocaten en rechters vertragen de rechtsgang: ieder uurtje een factuurtje. En politici zwijgen ivm hun banden met bovengenoemde beroepsgroepen en houden de situatie in stand…..
SIN-NL blijft zich inzetten voor het verbeteren van de positie van slachtoffers van medische fouten.


Op 6 januari 1996 onderging Susanne Leisegang een lichte knieoperatie. Er traden verwikkelingen op, de behandelende chirurg onderschatte de ernst van de situatie en in plaats van een spoedig herstel volgden er vijf extra operaties en een lange revalidatie. De patiënte spande een proces aan vanwege die medische fout. Pas in 2016, twintig jaar later, volgde een uitspraak: de chirurg is niet aansprakelijk. Of hoe een medische fout diepe wonden kan slaan.

Op 24 september 2013 verscheen het artikel ‘Manke ingreep, kreupele rechtsgang’ in Humo.
Daarin getuigde Susanne Leisegang over de medische fout waarvan zij het slachtoffer was. Na een lichte operatie (het verwijderen van een cyste in de knieholte) in het H. Hartziekenhuis in Mol traden er verwikkelingen op: been en voet zwollen helemaal op als gevolg van een inwendige bloeding. De vasculaire chirurg liet – na lang wachten – een bloedverdunner toedienen. ‘Waardoor die bloeding nog verhevigde en ik gruwelijk veel pijn kreeg.’ Door de druk van die bloeding en het ontstane zuurstoftekort werden zenuwen en spieren aangetast. Amputatie van het onderbeen kon nog net vermeden worden. Kort daarna volgde een tweede bloeding en werd Susanne overgebracht naar het UZ Gasthuisberg in Leuven waar opnieuw een groot deel van haar been opengesneden moest worden om het bloed te draineren. Door de medische fout moest haar been nadien nog vijf keer geopereerd worden. Een jaar revalidatie was nodig terwijl ze in een maand hersteld had kunnen zijn. Susanne leed ook inkomensverlies omdat ze nadien nog maar halftijds kon werken als opvoedster.

‘Je moet al heel sterk zijn om twintig jaar met zo’n donkere wolk te leven’

Na een jaar spande ze een proces aan tegen de vasculaire chirurg en dat was het begin van haar juridische lijdensweg: ‘25 keer is om uitstel gevraagd aan de rechtbank in Turnhout.’ Omdat medische experts niet kwamen opdagen of hun verslagen laattijdig indienden, of omdat advocaten bijkomende vragen bleven stellen om de zaak op de lange baan te schuiven. Uiteindelijk, in mei 2016 – na twintig jaar en vier maanden – volgde er een uitspraak. Susanne Leisegang wilde al eerder getuigen, maar moest wachten op de teruggave van haar dossier.

HUMO Drie jaar geleden hadden we het over de tergend trage rechtsgang, maar zag het er niet naar uit dat u deze zaak zou verliezen: de medische fout leek heel manifest. En nu is er toch een uitspraak in uw nadeel.

Susanne Leisegang «Ik heb lange tijd hoop gehad op een goede afloop. Maar terwijl de advocaat van die vasculaire chirurg zich altijd heel goed had voorbereid, liet mijn advocate de zaken op zijn beloop: zij ondernam niets tenzij ik haar wakker schudde. Het resultaat van die twintig jaar slijtageslag is dat die vasculaire chirurg niet schuldig bevonden kan worden voor de medische fout en de schade. Het is ‘niet aanwijsbaar’ dat hij nalatig is geweest of niet adequaat gereageerd heeft.»

HUMO Wie heeft dan wel een fout gemaakt?

Leisegang «Dat wordt niet gezegd. Maar hij heeft correct gehandeld. Als alles toch zo correct was, waarom wou zijn advocaat die medische fout dan aanvankelijk afschuiven op Gasthuisberg? Terwijl Gasthuisberg mij verdorie gered heeft van leegbloeden en van amputatie! Ook beweerden ze dat ik een stollingsziekte had, maar ik heb geen stollingsziekte. Pas toen die maneuvers niets uithaalden, zijn ze de chirurg beginnen te verschonen. Dat hij alles goed had opgevolgd en dat hij zelf het initiatief had genomen om mijn toestand van nabij te volgen. Een pure leugen. De waarheid is dat de nachtverpleging hem om het uur heeft opgebeld omdat het met die bloedingen uit de hand liep, en of hij alstublieft wilde komen. Maar hij is die nacht nooit langs geweest. Dat verpleegkundig verslag van die nacht is ‘verdwenen’, dat is nooit meer teruggevonden.»

HUMO Het knelpunt bij processen over medische fouten is dat het slachtoffer de bewijslast moet aandragen voor de fout en ook het oorzakelijk verband moet kunnen bewijzen tussen fout en schade. De dader hoeft zijn onschuld niet eens te bewijzen.

Leisegang «Dat speelt in het voordeel van de artsen. Jij bent het slachtoffer, jij komt fysiek en psychisch uit een zwart gat gekropen, maar dan verwachten ze dat je juridisch-medisch in staat bent om zo’n zaak te beginnen én op te volgen. Welke patiënt is zo alert en zo deskundig?!»

HUMO Zowel uw verzekering als die van de chirurg had een dekking van 37.000 euro rechtsbijstand. Dat betekent dat er in die twintig jaar 74.000 euro in rook is opgegaan.

‘Een groot deel van het been van Susanne Leisegang moest opengesneden worden om het bloed te draineren’

Leisegang «De rekeningen van advocaten en experts blijven al die jaren maar lopen. Zij schrijven brieven en verslagen én commentaren op die verslagen, en ze factureren hun kosten aan de verzekeringsmaatschappij. Ik had daar nooit inzage van. Drie jaar geleden kreeg ik voor het eerst wat over die kosten te horen toen mijn advocaat schreef dat de verzekering gemeld had dat 35.000 van de 37.000 euro rechtsbijstand opgesoupeerd was. Waaraan dat geld precies is opgegaan, dat weet ik niet.

»En ook toevallig… Toen de dekking van de rechtsbijstand op was, toen kwam het ineens wél tot een rechtszitting. Zo van: er valt aan die cliënt niks meer te verdienen door advocaten en experts, laat ons er nu maar een punt achter zetten.

»Het toppunt is dat ik nog een rekening moet betalen: 1.600 euro voor die laatste rechtszitting, een bedrag dat niet meer gerecupereerd kon worden bij de rechtsbijstand van de verzekering.»

HUMO Moet die chirurg iets betalen?

Leisegang «Nee, hij is vrijgesproken. Maar ik als slachtoffer word nog eens aangepakt. Ah ja, want ik heb een proces dúrven aan te spannen.»
‘Geen schone zaak’

HUMO In 1996 was er sprake van een schadeloosstelling van 56.600 euro. Met een voorziene rentevoet van 8% zou je nu 263.000 euro schadevergoeding gekregen hebben. Dat geld loop je mis.

Leisegang «Een aardig bedrag, hè. En let op de rente. Door die 20 jaar uitstel is dat meer dan 200.000 euro, bijna vier keer zoveel als de schadevergoeding zelf. Maar op den duur wil je dat geld niet meer. Je wil een uitspraak, je wil van die zaak af. Je wil dat er recht gesproken wordt – dat vooral.

»Mijn grootste hoop op een gunstige afloop had ik in oktober 2012. Toen was de laatste installatievergadering voor de definitieve rechtszitting en toen gaf de voorzitter van de expertisecommissie, professor doctor F. V. (UZ Gent), mij hoop door in die commissie te zeggen: ‘Dit is geen schone zaak meer. Zo’n procedure duurt maximaal acht jaar, en we zitten al aan zestien jaar. Dat is niet meer normaal, laat ons dit zo snel mogelijk afronden.’ Hij haalde ook aan dat ik persoonlijke problemen had: in die tussentijd had ik immers drie keer kanker gehad.

»Ik was zo blij te horen dat hij voort wilde maken. Eindelijk, éíndelijk had iemand begrip! Maar die professor heeft er dan tweeënhalf jaar over gedaan om zijn verslag te maken. Dertig maanden, enkel en alleen om een synopsis van de vorige verslagen te maken en om zijn eindconclusies te formuleren. Die eindconclusies zijn nodig, want anders kan er geen rechtszaak en geen uitspraak zijn.

«Ik zat natuurlijk op dat belangrijke verslag te wachten, en ik heb die prof verschillende malen gebeld en gemaild. Tevergeefs. Ik heb hem aangetekende brieven gestuurd. Tevergeefs. Nooit was hij bereikbaar. Nooit kreeg ik een reactie.

»In elke job zijn er deadlines, maar in die medisch-juridische wereld blijkbaar niet. De zaak moest voorkomen voor de rechtbank van eerste aanleg in Turnhout en ik weet van de rechtbank dat ze herhaaldelijk naar die professor schreven of hij zijn verslag wilde indienen, maar hij legde die vraag gewoon naast zich neer en de rechtbank liet dat gebeuren. Ze hadden blijkbaar geen enkel dwangmiddel. De rechtbank constateert dat een verslag nog niet klaar is, and that’s it.

»En je moet weten dat professor F. V. al in 2012 zijn factuur voor dat verslag naar de verzekering stuurde. Dus nog voor hij iets op papier had gezet! Dat is de geplogenheid. Eerst betaald worden en dan zullen ze zelf wel zien wanneer ze voor dat geld gaan werken.»

HUMO U was ook zwaar teleurgesteld in uw advocaat.

Leisegang «Na acht jaar ben ik van advocaat veranderd omdat ik vond dat hij amper bougeerde. Maar die volgende advocate was al even passief. Blijkbaar is het bon ton in dat soort zaken om heel traag te werken. De voorlaatste keer dat ik m’n advocate sprak, lag er een halve meter papier op haar bureau: mijn dossier, zei ze. Toen die zaak uitgesproken was, en ik mijn dossier opvroeg, heeft dat vier maanden geduurd, en uiteindelijk kreeg ik een bundel die maar een kwart zo dik was. Heeft ze eerder dat volume kunstmatig aangedikt, of heeft ze stukken uit het dossier gehaald: ik wéét het niet.»

HUMO Een buitenstaander zal zeggen: pech met die passieve advocaat.

Leisegang «Het zit wel degelijk dieper. Jij bent een slachtoffer, jij bent niet vertrouwd met die medisch-juridische wereld en ineens kom je in zo’n omgeving waar advocaten, experts en gerechtsdokters met elkaar grapjes uitwisselen en over hun reizen vertellen. Zij kennen elkaar en jij loopt in die wereld verloren.

»Ik ben dan nog iemand die goed georganiseerd is en die vlot kan praten, schrijven en communiceren. Hoe moet dat dan zijn voor mensen die zich niet goed kunnen uitdrukken en die de zaken minder goed kunnen opvolgen?!»
Nooit meer zwanger

HUMO Intussen bent u allicht soortgelijke slachtoffers tegengekomen?

Leisegang «Na dat eerste Humo-artikel hebben verschillende mensen mij opgebeld. Het ergste was het verhaal van een vrouw die toen ze jong was een kijkoperatie moest ondergaan om te zien of ze een kwaadaardig gezwel had in de ingewanden. Maar toen ze wakker werd, was alles weggenomen: baarmoeder eruit, eierstokken eruit, alles weg. Die vrouw heeft geen kinderen meer kunnen krijgen. En dat gezwel was niet eens kwaadaardig. Ook een manifeste fout, en in 2013 was dat koppel al tweeëntwintig jaar aan het procederen! Hun verzekering en rechtsbijstand dekte hen al niet meer, ze zaten aan 60.000 euro kosten. Dat is om zot te worden als je dat hoort! Ik wilde samen met hen naar buiten treden, maar ze waren ongelooflijk bang dat zo’n publicatie zich tegen hen zou keren. Ook dat wijst erop hoe machteloos mensen staan in die situatie.

»Mijn conclusie is dat je met het Belgische rechtssysteem geen schijn van kans hebt. Zelfs wanneer ze je verkeerde been afzetten, dan nog kun je je zaak niet winnen. Want zij hebben de tijd aan hun kant; zij kunnen de zaak tot in den treure uitstellen, en daar kun je als gewone burger niet tegenop. Ik was toen 35, nu ben ik 55. Je moet al heel sterk zijn om twintig jaar met zo’n donkere wolk te leven. En ook met die arrogantie dat zij doen wat hen uitkomt. Die arrogantie, die heeft ervoor gezorgd dat ik twintig jaar lang niet wilde opgeven.»

HUMO Gaat u in beroep?

Leisegang «Nee. Ik heb het geld niet en ik zou het ook niet aankunnen dat alles weer van voren af aan begint.

»Ik moet nu vaak terugdenken aan mensen die me twintig jaar geleden zeiden: ‘Susanne, je hebt gelijk, maar begin geen proces. Je weet niet waaraan je begint.’ Die krijgen nu gelijk, maar ja, als iedereen laat betijen, dan worden alle fouten toegedekt. Ik zou me evenzeer ongelukkig voelen als ik niks had gedaan. Maar mijn conclusie is wel: binnen deze Belgische rechtspraak kun je maar beter de dáder zijn bij medische fouten.»
Onwetendheid, angst en lang wachten

Niemand weet hoeveel medische fouten (of ‘medische ­ongevallen’) er gebeuren in België, er is geen meldingsplicht. Volgens een recent artikel in British Medical Journal (mei 2016) zouden in de VS 1,13 procent van alle doden te wijten zijn aan medisch falen; daarmee is het de derde doodsoorzaak.
Een extrapolatie naar België komt dan neer op circa 1.250 doden per jaar – of 24 per week. Het aantal slachtoffers dat jaarlijks een blijvende handicap of schade aan een medische fout overhoudt, wordt op 6.000 geraamd.

Op de lange baan
Er is weinig onderzoek naar de rechtsgang die gedupeerden moeten doorlopen. In 2015 ­onderzocht een team van de ­UHasselt 1.900 dossiers die betrekking hadden op een medisch ongeval tussen 2004 en 2014. De gedupeerde patiënt die voor een minnelijke schikking koos (tussen hem en de verzekeraar van de zorgverlener) kwam er nog redelijk van af. In 40 procent van de gevallen kwam het tot een schadevergoeding, wel voor relatief geringe bedragen (gemiddeld 4.000 euro). De afhandeling duurde gemiddeld 2,5 jaar. Kiezen voor de rechtbank is kiezen voor de lange baan. Na verloop van 3 jaar was 65 procent van de dossiers nog altijd niet afgehandeld, en ook: als het dossier dan toch werd afgerond, kreeg slechts 17 procent van de slachtoffers een schadevergoeding.

Dat soort ervaringen zorgt ervoor dat veel patiënten zich geremd voelen om juridische stappen te zetten. In juli 2016 publiceerde Test-Aankoop een dossier over patiëntenrechten. Van de 450 ondervraagden zei 11 procent het slachtoffer van een medische fout te zijn. Minder dan een kwart (23,5 procent) van die gedupeerden durfde of wilde een klacht indienen.

Van alle 450 ondervraagden wist ook de helft totaal niet waar hij of zij met een klacht terechtkon. Die onwetendheid was de voornaamste reden (54 procent) om geen klacht in te dienen, gevolgd door de overtuiging dat het tijdverlies was (44 procent) of dat de procedure te ingewikkeld zou zijn (40 procent). En 14% durfde niet te klagen uit angst voor een slechtere behandeling achteraf.
Ombudsdienst

Om patiënten bij klachten te begeleiden en bemiddelend op te treden moet elk ziekenhuis bij wet een ombudsdienst organiseren. Het loon van de mensen op zo’n dienst wordt echter betaald door het ziekenhuis, waardoor je moeilijk van een onpartijdige en onafhankelijke instantie kunt spreken. Als een gedupeerde dan ‘hogerop’ wil, rest hem enkel de rechtbank, de Orde der artsen of het Fonds voor de Medische Ongevallen (dat zich enkel over ‘zware’ ongevallen ontfermt). Dat zijn allerminst laagdrempelige instanties waar moeilijke procedures en lange wachttijden de regel zijn.
Bij het Fonds voor de Medische Ongevallen werd over een looptijd van 5 jaar slechts 8,6 procent van de dossiers ­afgesloten.
Humo 3985/03 17/01/2017

The post Medische fouten in België: ‘Zelfs wanneer ze je verkeerde been afzetten, kun je je zaak niet winnen’ appeared first on SIN-NL.

Tuchtcollege: Porno kinderarts Frijns UMCN Nijmegen blijft arts, maar geen kinderarts

$
0
0

Commentaar SIN-NL
Het betreft kinderarts Lucas Frijns.
Wederom wordt deze falende arts beschermd, ondanks zijn ethisch & professioneel wangedrag.
Patiënten dus ook kinderen zijn vogelvrij.
Let op: de uitspraak was 22 nov. 2016 , maar deze is pas openbaar gemaakt op 17 januari 2017!! hetgeen duidelijk maakt dat er een deal gemaakt is omdat de termijn van 6 weken voor hoger beroep thans verstreken is.
De tuchtrechters :
mr. R.A. Dozy, voorzitter, K. Haasnoot, H.A. van Dijk en dr. T Kuipers, leden-beroepsgenoten,
en mr. dr. A. Wilken, lid-jurist,hebben hiermee een plaats verworven op zwarte lijstrechters.org en zwartelijstartsen.nl
Zie SIN-NL doofpotdossier kinderarts Lucas Frijns


Een voormalig kinderarts van het Radboudumc in Nijmegen, die eerder werd opgepakt wegens het bezit van kinderporno, mag nooit meer als kinderarts werken. Hij mag wel als arts verder.

 Dat heeft het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam dinsdag besloten- uitspraak zie hieronder, SIN-NL, naar aanleiding van een klacht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).

De politie nam in september 2015 een aantal gegevensdragers in beslag van de man waarop een grote hoeveelheid pornografische en erotische afbeeldingen stonden. Ook stonden daar dertien kinderpornografische afbeeldingen op. Daarnaast werden verscheidene chats aangetroffen die aan kinderporno te relateren waren.

De arts werd destijds direct ontslagen door het ziekenhuis en is inmiddels zo’n anderhalf jaar niet meer werkzaam als arts. (ANP)
—————-

Kinderarts mag vanwege kinderporno vak nooit meer uitvoeren

Amsterdam – Het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam verklaart de klacht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) tegen een kinderarts gegrond. De arts mag met onmiddellijke ingang nooit meer als kinderarts werken.

Begin september 2015 is bij de kinderarts door de politie een aantal gegevensdragers in beslaggenomen waarop – naast een grote hoeveelheid pornografische en erotische afbeeldingen – 13 kinderpornografische afbeeldingen zijn gevonden. Daarnaast is een aanzienlijke hoeveelheid chats aangetroffen die aan kinderpornografie te relateren is.

Reden klachten

Het Openbaar Ministerie heeft de strafzaak tegen de kinderarts in juni 2016 afgedaan met een voorwaardelijk sepot, waardoor arts niet verder strafrechtelijk vervolgd wordt. De aan het sepot verbonden en door de arts geaccepteerde voorwaarden zijn onder meer dat hij zich verplicht laat behandelen voor de zedenproblematiek en gedurende drie jaar niet zal werken met kinderen. De IGZ heeft daarna een klacht bij het tuchtcollege ingediend en vindt dat de arts met het bekijken en in het bezit hebben van kinderpornografisch materiaal het  vertrouwen dat de samenleving, patiënten en familie daarvan in een (kinder)arts hebben ernstig heeft geschaad. De kinderarts heeft ten aanzien van de kinderen die hij behandelt een bijzondere zorgplicht. Het downloaden, bekijken en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal is niet te verenigen met deze zorgplicht. Ook al heeft het handelen in privétijd plaatsgevonden, tast dit toch het algemeen belang van een goede individuele gezondheidszorg aan, aldus IGZ.

Standpunt kinderarts

De arts heeft aangevoerd dat het handelen in de privésfeer heeft plaatsgevonden en dat zijn handelen daarom niet door de tuchtrechter kan worden beoordeeld. Bij hem is geen sprake van pedofiele gevoelens of een pedofiele geaardheid, laat staan van pedoseksualiteit. Het feit dat hij zich heeft ingelaten met het communiceren over en in het bezit hebben van kinderpornografisch materiaal is een gevolg van een onderliggende seksverslaving waaraan hij al langer leed, en expliciet niet van een pedofiele geaardheid. De arts meent dat de seksverslaving en zijn beroep als kinderarts twee gescheiden werelden zijn en hij bestrijdt dat hij een gevaar is geweest voor patiënten of dat hij dat in de toekomst zou kunnen zijn.

Oordeel tuchtcollege

De IGZ is ontvankelijk in de klacht, ook al heeft het handelen van de kinderarts in privétijd plaatsgevonden, nu dit handelen voldoende weerslag heeft op het belang van de individuele gezondheidszorg: het privéhandelen van de kinderarts gaat niet samen met zijn hoedanigheid (werk) van kinderarts. De klacht van de IGZ is door het tuchtcollege gegrond verklaard. Over de strafmaatregel zegt het college het volgende: De arts heeft de feiten volledig erkend.  Hij heeft openheid van zaken en heeft zich direct na zijn verhoren bij de politie onder professionele behandeling heeft laten stellen. De arts heeft ter zitting erkend dat hij met zijn handelen (ver) over de maatschappelijke en tuchtrechtelijke schreef is gegaan. De arts (geboren in 1976) is relatief jong heeft nog een lang arbeidzaam leven voor de boeg. Hij heeft geen pedofiele aard en ook geen persoonlijkheidsstoornis blijkt uit verslagen van de behandelend psycholoog. Het risico op herhaling wordt laag ingeschat en hij heeft zijn carrière en specialisatie als kinderarts beëindigd. De kinderarts is (direct) ontslagen door het ziekenhuis en is inmiddels zo’n anderhalf jaar niet meer werkzaam als arts. Ten slotte slaat het college ook acht op het voorwaardelijk sepot van het OM en de enorme (negatieve) publiciteit in de media, waarin de kinderarts met naam en toenaam is genoemd – in die zin is hij flink gestraft. Doorhaling van zijn bevoegdheid als arts te  werken vindt het college te ver gaan, zodat hij nog wel als arts kan blijven werken. Hij mag echter nooit meer als kinderarts werken.

Opgelegde maatregel

Het tuchtcollege ontzegt de kinderarts de bevoegdheid om nu en in de toekomst het beroep van kinderarts uit te oefenen. Hij mag zich dus ook niet opnieuw laten inschrijven als kinderarts.

Zie ook

  • Persbericht Kinderarts mag vanwege kinderporno vak nooit meer uitvoeren
  • 16/201

    REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM

    Beslissing naar aanleiding van de op 14 juni 2016 binnengekomen klacht van:

    Inspectie voor de Gezondheidszorg

    kantoorhoudende te Utrecht,
    k l a a g s t e r,
    namens deze:
    mr. drs. Christien Hofstra-Van Benthem, coördinerend/specialistisch inspecteur, mr. Frederike Dorothea Maria ten Cate-Adema, senior adviseur juridische zaken,

    tegen

    A,

    kinderarts,
    destijds werkzaam te B,
    verweerder
    gemachtigden: mr. S.M. Steegmans en mr. E.J.C. de Jong, beiden advocaat te Utrecht.

    1. De procedure

    Het college heeft kennisgenomen van:

    • –  het klaagschrift met de bijlagen;
    • –  het verweerschrift met de bijlagen;
    • –  het proces-verbaal van het op 3 oktober 2016 gehouden vooronderzoek;
    • –  de brieven van 29 augustus 2016, 29 september 2016, 5 oktober 2016, 11 oktober2016 en 19 oktober 2016 van de gemachtigde van verweerder over de wenselijkheid van een zitting achter gesloten deuren en over de vermelding van de zaak op de zit- tingenrollijst en de reacties hierop van de voorzitter van het regionaal tuchtcollege bij e-mail van 18 oktober 2016 en brief van 25 oktober 2016.De klacht is op de openbare terechtzitting van 22 november 2016 behandeld. Gezien het grote belang dat het college hecht aan de openbaarheid van (tucht)rechtspraak en de toets- baarheid van de behandeling ter terechtzitting, heeft het college het verzoek van verweerder om de zaak achter gesloten deuren te behandelen afgewezen.

      Partijen waren aanwezig. Ter zitting werd de Inspectie vertegenwoordigd door mr. drs. Hof- stra-van Benthem en mr. Ten Cate-Adema voornoemd. Verweerder werd bijgestaan door mr. Steegmans en mr. De Jong. Verweerder heeft een verklaring voorgelezen die hij op schrift heeft gesteld en aan het college en de Inspectie heeft overgelegd. De gemachtigden van beide partijen hebben daarnaast een toelichting gegeven aan de hand van pleitaantekenin- gen die aan het college en over en weer aan elkaar zijn overgelegd.

    1

    16/201

    2. De feiten

    2.1 Verweerder is sinds 2001 BIG-geregistreerd als arts en sinds 2012 eveneens als kinderarts. Van 2011 tot 2016 is verweerder in dienst geweest bij het C te B (hierna: het ziekenhuis), waar hij is opgeleid tot kinderintensivist. Met ingang van mei 2016 zou ver- weerder in vaste dienst komen van het ziekenhuis, doch zijn dienstbetrekking is van rechts- wege beëindigd op die datum. Verweerder werkt momenteel niet.

    2.2 Begin september 2015 is bij verweerder door de politie een aantal gegevensdragers in beslaggenomen waarop – naast een grote hoeveelheid pornografische en erotische afbeel- dingen – 13 kinderpornografische afbeeldingen zijn gevonden. Daarnaast is een aanzienlijke hoeveelheid chats aangetroffen die aan kinderpornografie te relateren is.

    2.3 Op 5 oktober 2015 is verweerder op uitnodiging van de politie naar het politiebureau gegaan en aldaar door de politie aangehouden op verdenking van het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal; diezelfde dag is verweerder door het ziekenhuis op non-actief gesteld. Verweerder heeft zich aanvankelijk beroepen op zijn zwijgrecht, doch hij heeft in de verhoren vanaf de middag van 6 oktober 2015 uitvoerige verklaringen tegenover de politie afgelegd (politieverhoren 4, 5 en 6 op 6 en 7 oktober 2015). Verweerder heeft in deze ver- klaringen zowel het in bezit hebben van de 13 kinderpornografische afbeeldingen, als zijn betrokkenheid bij de voornoemde chats, erkend.

    2.4 Op 5 oktober 2015 is zowel door de politie als door het ziekenhuis een persbericht uitgebracht waarin werd vermeld dat een kinderarts van het ziekenhuis werd verdacht van het in het bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. In beide persberichten is aange- geven dat er geen aanwijzingen waren dat er een relatie bestond tussen het aangetroffen kinderpornografisch materiaal en de werkzaamheden van verweerder als kinderarts. De me- dia hebben de identiteit van verweerder snel kunnen achterhalen en hebben uitgebreid aan- dacht aan de zaak besteed. Tot op heden is verweerder met foto, naam en toenaam op in- ternet te vinden, als zijnde een kinderarts die kinderporno in zijn bezit had.

    2.5 De Inspectie heeft in oktober 2015 via de media vernomen dat verweerder werd verdacht van het in het bezit hebben van kinderpornografisch materiaal en is door het zie- kenhuis geïnformeerd over de aanhouding van de arts. Naar aanleiding daarvan is de Inspec- tie een onderzoek gestart. In dat kader heeft de Inspectie de beschikking gekregen over (onder andere) de processen-verbaal van de verhoren door de politie (politieverhoren 4, 5 en 6 afgenomen op 6 en 7 oktober 2015).

    2.6 Verweerder heeft zich direct na zijn invrijheidstelling op 7 oktober 2015 op eigen initiatief aangemeld bij een ggz-instelling. Hij is daar sinds 30 oktober 2015 in behandeling. Hij heeft een vaste behandelaar (GZ-psycholoog) en ondergaat tot op heden doorgaans we- kelijks, en zo nu en dan twee keer per week, een behandelsessie. Over deze behandeling schrijft zijn behandelaar onder meer in de brief van 5 januari 2016:

    2

    16/201

    De behandeling bestaat uit individuele sessies vanuit een cognitief gedragstherapeutisch referentiekader. Deze sessies vinden wekelijks plaats. Daarnaast heeft er een psychiatrisch consult plaatsgevonden. Je komt trouw op de afspraken en stelt je open en gemotiveerd op bij het werken aan je problemen. Je inbreng getuigt van inzicht in je problemen.

    Op basis van hetgeen je vertelt lijkt het bekijken van kinderpornografisch materiaal een on- derdeel te zijn van de seksverslaving waar je mee kampt, niet van een onderliggende pedo- fiele geaardheid. Er lijkt sprake te zijn van seksuele coping, waarbij je troost zocht in onper- soonlijke seks ter verlichting van negatieve gevoelens. Herhaling van dit gedrag heeft tot een gewoonte geleid met als gevolg dat er een behoefte is ontstaan aan meer seks, meer variatie en extremer pornografisch materiaal waarbij je je uiteindelijk tevens bezig hebt gehouden met deviante seksuele activiteiten namelijk het bekijken van kinderpornografisch materiaal De behandeling zal zich richten op het ontwikkelen van een gezonde seksuele levensstijl, het vergroten van vaardigheden om problemen op te lossen en het verbeteren van de sociale en relationele vaardigheden.

    2.7 Op 8 januari 2016 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen vier vertegenwoordi- gers van de Inspectie en verweerder en zijn (straf)advocaat; hiervan is een verslag opge- maakt d.d. 12 januari 2016. In dit verslag staat vermeld dat een tuchtklacht wordt ingediend en dat mogelijk ook een voordracht volgt bij het College van Medisch Toezicht. De Inspectie heeft ter zitting aangegeven dat deze voordracht (thans) niet aan de orde is.

    2.8 Het OM heeft op 28 juni 2016 een kennisgeving voorwaardelijke niet vervolging uit- gereikt (een voorwaardelijk sepot). De aan het sepot verbonden en door verweerder geac- cepteerde voorwaarden houden kort gezegd in dat verweerder gedurende een periode van drie jaar (i) zich niet schuldig zal maken aan enig strafbaar feit, (ii) zich houdt aan aanwij- zingen van de reclassering, (iii) zich verplicht laat behandelen voor de zedenproblematiek, (iv) medewerking moet verlenen aan onderzoek van zijn gegevensdragers en (v) niet zal werken met kinderen.

    In een persbericht van het OM is dit voorwaardelijk sepot onder meer als volgt toegelicht:

    Tijdens het onderzoek is gebleken dat er geen kinderporno aangetroffen is op zijn werkcom- puter en dat er geen relatie is tussen zijn werk als kinderarts en de feiten waarvan hij ver- dacht wordt. (…) Bij de afdoeningsbeslissing heeft de officier van justitie rekening gehouden met de geringe hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen en hoe daarmee in andere vergelijkbare zaken wordt omgegaan. Ook is bij de beoordeling meegenomen dat hij direct na zijn aanhouding met een gespecialiseerde behandeling is begonnen en dat de reclassering heeft geadviseerd een voorwaardelijk sepot te overwegen vanwege de geringe kans op her- haling.

    Verweerder heeft momenteel eens per maand contact met de reclassering. Er is eveneens contact tussen de reclassering en de behandelaar van verweerder.

    2.9 Over het verloop van de behandeling van verweerder bij de ggz-instelling heeft zijn behandelaar in een aanvullende verklaring d.d. 9 augustus 2016 geschreven:

    3

    16/201

    Wekelijks vindt er een behandelsessie plaats (…) Cliënt heeft psycho-educatie gekregen over libidoremmende medicatie. Gezien het gegeven dat de klachten grotendeels afgenomen wa- ren, was er onvoldoende indicatie om deze voor te schrijven. (…)
    Uit de gesprekken en analyses van diverse psychologische testen en inzage in het proces- verbaal [van de politie; toev. college] kwamen een aantal probleemgebieden naar voren. Deze kunnen samengevat worden in drie hoofdpijlers waarop seksueel overschrijdend gedrag berust, namelijk seksuele problemen, intimiteitsproblemen en problemen op het gebied van zelfregulatie/probleemoplossend vermogen. Er is geen persoonlijkheidsstoornis bij cliënt vastgesteld. (…)

    Het pathologisch internetgebruik, dat grotendeel legaal gebruik betrof, maar waaronder ook het aangetroffen kinderpornografisch materiaal, wijst niet op een pedofiele voorkeur, maar kan dus worden gezien als een uitingsvorm van hyperseksueel gedrag. (…)
    Cliënt komt trouw zijn afspraken na. Zijn partner is betrokken bij de behandeling. Hij laat een enorme inzet zien bij het werken aan zijn problemen. Hij toont zich tijdens de gesprek- ken open, eerlijk en kwetsbaar. Hij beschikt over voldoende probleembesef en –inzicht. Cli- ent laat een positieve ontwikkeling op de drie bovengenoemde hoofdpijlers.

    De drang tot pathologisch internetgebruik is tijdens de behandeling niet voorgekomen en lijkt uitgedoofd. Cliënt heeft meer probleemoplossende vaardigheden ontwikkeld en hanteert meer taakgerichte coping-vaardigheden (…). De koppeling van stress en seksueel gedrag is duidelijk verminderd, terwijl cliënt gebukt gaat onder een hoge mate van stress gezien de strafrechtelijke – en tuchtrechtelijke procedures en de daarmee gepaard gaande berichtge- ving in de media. (…)
    De verwachting is dat cliënt nog gedurende 6-12 maanden in behandeling zal blijven (…). Het recidive risico op pathologisch internetgebruik waaronder het bekijken van kinderporno- grafisch materiaal wordt als laag ingeschat.

    2.10 Verweerder heeft zijn lidmaatschap van de D opgezegd en zijn registratie als kinder- arts zal in februari 2017 komen te vervallen. Verweerder heeft ter zitting verklaard dat zijn medische carrière als kinderarts voorbij is; hij realiseert zich dat het praktisch onmogelijk is ooit nog als kinderarts aan het werk te gaan en verweerder legt zich daarbij neer.

    3. De klacht en het standpunt van de Inspectie

    3.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder als kinderarts in strijd heeft gehandeld met de tweede tuchtnorm zoals neergelegd in artikel 47 lid 1 onder b Wet BIG door kinderpornografisch materiaal te downloaden, te bekijken en in bezit te hebben.

    3.2 De Inspectie stelt allereerst dat zij ontvankelijk is in het voorleggen van deze klacht aan het college nu verweerder door het downloaden, bekijken en in het bezit hebben van kinderpornografisch materiaal een ernstig strafbaar feit heeft begaan, waardoor hij het in hem als kinderarts gestelde vertrouwen door de samenleving, en in het bijzonder door zijn patiënten en naasten, ernstig heeft geschaad. Verweerder werkt als kinderarts met kinderen en heeft ten aanzien van hen een bijzondere zorgplicht. Het downloaden, bekijken en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal is niet te verenigen met deze zorgplicht en staat

    4

    16/201

    daar lijnrecht tegenover. In die zin tast zijn handelwijze – ook al heeft deze in privétijd plaatsgevonden – ook het algemeen belang van een goede individuele gezondheidszorg aan en heeft daar een dusdanige weerslag op dat sprake is van schending van artikel 47 lid 1 onder b Wet BIG.

    3.3 De Inspectie verzoekt het college de klacht gegrond te verklaren en een maatregel op te leggen die past bij de ernst van het normoverschrijdend gedrag, en deze maatregel – indien van toepassing – onmiddellijk van kracht te laten zijn / bij voorlopige voorziening op te leggen totdat in hoger beroep is beslist

    4. Het standpunt van verweerder

    4.1 Verweerder stelt voorop dat er bij hem geen sprake is van pedofiele gevoelens of een pedofiele geaardheid, laat staan van pedoseksualiteit. Dat is overigens ook niet aan de klacht ten grondslag gelegd. Het feit dat hij zich heeft ingelaten met het communiceren over en in het bezit hebben van kinderpornografisch materiaal is een gevolg van een onderliggende seksverslaving waaraan hij al langer leed, en expliciet niet van een pedofiele geaardheid. Verweerder meent dat voornoemde seksverslaving en zijn beroep als kinderarts twee ge- scheiden werelden zijn en hij bestrijdt in het bijzonder dat hij een gevaar is geweest voor patiënten of dat hij dat in de toekomst zou kunnen zijn.

    4.2 Verweerder stelt zich op het (formele) standpunt dat de Inspectie niet ontvankelijk is in haar klacht. Verweerder heeft als privépersoon een grote fout gemaakt, niet in zijn hoeda- nigheid van arts. Op grond van de Wet BIG kan privégedrag (nog) niet tuchtrechtelijk wor- den getoetst (hetgeen ook blijkt uit de parlementaire geschiedenis). Het CTG heeft die mo- gelijkheid ten onrechte geopend. De voorgenomen wetswijziging in het conceptwetsvoorstel modernisering Tuchtrecht waarmee ook privé-gedragingen onder de reikwijdte van de tucht- norm worden gebracht, is nog niet van kracht en het is ook nog maar de vraag of die wijzi- ging zal worden doorgevoerd.

    Daarbij wordt verweerder niet strafrechtelijk vervolgd voor het door hem begane strafbare feit. Verweerder heeft echter door het OM wel een beperking voor het uitoefenen van zijn beroep voor de duur van drie jaar opgelegd gekregen en hij is dus als kinderarts al gestraft voor de fout die hij als privépersoon heeft begaan.

    Verweerder stelt op geen enkele wijze als arts tekort te zijn geschoten; hij heeft altijd goed gefunctioneerd als kinderarts. Er bestaat geen enkel verband tussen het door hem begane strafbare feit en zijn werkzaamheden als kinderarts in het ziekenhuis. Patiënten zijn altijd veilig bij hem geweest en zullen dat in de toekomst ook zijn. Verweerder is al geruime tijd (op eigen initiatief) onder behandeling voor de onderliggende seksverslaving – hetgeen als zodanig niet illegaal is – en is zeer gemotiveerd deze problematiek aan te pakken. Kans op recidive is er volgens verweerder absoluut niet.

    4.3 In geval van ontvankelijkheid en gegrondverklaring van de klacht is volgens ver- weerder in verband met de op te leggen maatregen van belang (i) dat verweerder geen pe-

    5

    16/201

    dofiele geaardheid heeft, (ii) hij zich op geen enkele wijze grensoverschrijdend heeft gedra- gen ten opzichte van zijn patiënten, (iii) hij slechts een gering aantal kinderpornografische afbeeldingen in bezit heeft gehad, (iv) hij niet strafrechtelijk wordt vervolgd, (v) er geen, (althans een beperkt) risico op recidive bestaat, (vi) verweerder zich open en toetsbaar heeft opgesteld en (vii) hij (vrijwillig) in behandeling is gegaan voor de onderliggende problema- tiek (de seksverslaving) en hij zeer gemotiveerd is die behandeling te laten slagen.

    5. De beoordeling

    De ontvankelijkheid van de klacht

    5.1 Niet in geschil is dat verweerder zich in zijn privétijd schuldig heeft gemaakt aan het downloaden, bekijken en in bezit te hebben van kinderporno. Daarnaast heeft verweerder erkend betrokken te zijn geweest bij een aantal chats dat aan kinderporno te relateren is. Allereerst is de vraag aan de orde of deze gedragingen, die in privétijd plaatsvonden, onder de zogenoemde tweede tuchtnorm vallen en als zodanig tuchtrechtelijk kunnen worden ge- toetst. Het college beantwoordt deze vraag bevestigend en overweegt daartoe als volgt.

    5.2 De tweede tuchtnorm is in artikel 47, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet BIG als volgt omschreven:
    Degene die in een der in het tweede lid vermelde hoedanigheden in een register ingeschre- ven staat, is onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van (…) enig ander dan onder a bedoeld handelen of nalaten in die hoedanigheid in strijd met het belang van een goede uit- oefening van individuele gezondheidszorg.

    De Wet BIG kent een lange totstandkomingsgeschiedenis. In 1986 werd het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend en daarna heeft nog een lange parlementaire behandeling plaatsgevonden; de Wet BIG is op 1 december 1997 nagenoeg geheel in werking is getre- den. De wetgever heeft in de periode waarin de wet tot stand kwam als uitgangspunt geno- men dat handelingen in de privésfeer in beginsel niet onder het tuchtrecht vallen (MvT, Ka- merstukken II 1985/1986, w.o. 19 522, nummer 3, pag. 74), tenzij het handelen niet los van de hoedanigheid kan worden gezien. Dit uitgangspunt is blijkens de (vaste) rechtspraak van het Centraal Tuchtcollege als volgt genuanceerd: voor toepassing van de tweede tucht- norm moet het handelen – in de privésfeer – van de BIG-geregistreerde voldoende weerslag hebben op het belang van de individuele gezondheidszorg (zie onder meer CTG 12 februari 2015, ECLI:NL:TGZCTG:2015:56 en RTG Amsterdam 29 januari 2016, ECLI:NL:TGZRAMS:2016:14). De sindsdien uitgezette lijn in de tuchtrechtspraak, is een weergave van de (gewijzigde) maatschappelijke opvattingen dat bepaalde vormen van (strafbaar) privégedrag niet samengaan met de hoedanigheid van een BIG-geregisterd hulp- verlener. In het rapport van oktober 2013 betreffende de tweede evaluatie Wet BIG is door de opstellers daarvan onder meer voorgesteld de tweede tuchtnorm aan te passen. In reactie hierop (december 2014; Kamerstukken II 2014-2015, 29 282, nummer 211) heeft de minis- ter onder meer aangekondigd dat gedrag dat een BIG-geregistreerde niet betaamt, vatbaar wordt voor tuchtrechtelijke toetsing, ook als dat gedrag losstaat van de beroepsuitoefening. Aanpassing van de tweede tuchtnorm is niet nodig, nu deze norm door de (tuchtrechtelijke) jurisprudentie concreter is ingevuld, aldus de minister (pag. 23 van voornoemde Kamerstuk-

    6

    16/201

    ken II). Anders dan verweerder heeft gesteld, is derhalve geen sprake van (ontoelaatbare) anticipatie op nog niet inwerking getreden wetgeving, doch is veeleer sprake van het samen- gaan van tuchtrechtelijke rechtspraak en wetgeving als gevolg van maatschappelijke ontwik- kelingen (over 40 jaar) over het handelen in de privésfeer van een BIG-geregistreerde en de invloed of weerslag op het tuchtrechtelijk handelen.

    5.3 De vraag die thans voorligt is of het downloaden, bekijken en in het bezit hebben van kinderporno (en het voeren van chatgesprekken daarover) door een kinderarts, voldoende weerslag heeft op het belang van de individuele gezondheidszorg zoals hierboven vermeld. Die vraag kan het college volmondig bevestigend beantwoorden. Dit gedrag – ten behoeve waarvan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd met alle ingrijpende (psychi- sche en lichamelijke) gevolgen van dien – staat lijnrecht tegenover de algemene zorgplicht die iedereen, dus zeker ook een kinderarts, ten aanzien van het welzijn en de gezondheid van kinderen in acht dient te nemen. Het (strafbaar) handelen van verweerder, ook al is dit in de privésfeer geschied, gaat op geen enkele wijze samen met de hoedanigheid van een BIG-geregistreerd hulpverlener. Aan een kinderarts is die zorg voor kinderen bij uitstek toe- vertrouwd. Met zijn gedragingen – die de waarden van het beroep van kinderarts in de kern raken – heeft verweerder het in hem als kinderarts gestelde vertrouwen door de samenle- ving, en in het bijzonder door zijn patiënten en naasten, zeer ernstig geschaad. Zijn gedra- gingen, ook al vonden ze niet plaats in de uitoefening van zijn hoedanigheid van kinderarts, kunnen derhalve niet los worden gezien van die hoedanigheid en zijn als zodanig tuchtrech- telijk toetsbaar, en evident in strijd met de tweede tuchtnorm (artikel 47 lid 1 onder b Wet BIG). Onderliggend telt ook mee dat met downloaden van kinderpornografisch materiaal (al betreft het slechts een gering aantal afbeeldingen) het abjecte, zieke systeem van het plaat- sen (uploaden) van kinderporno en het downloaden daarvan in stand wordt gehouden.

    5.4 Het feit dat verweerder een beperking voor de duur van drie jaar voor het uitoefenen van zijn beroep opgelegd heeft gekregen en in zijn ogen als kinderarts dus al is gestraft voor de fout die hij als privépersoon heeft begaan, doet aan de ontvankelijkheid van de Inspectie in haar klacht niet af. Het tuchtrecht en het strafrecht dienen verschillende doelen en kunnen naast elkaar worden ingezet. Daar waar het strafrecht voornamelijk een punitief doel dient, beoogd het tuchtrecht de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg te bewaken en te bevorderen. Weliswaar wordt het tuchtrecht door aangeklaagde BIG-geregistreerde hulpver- leners ook als punitief ervaren (de openbare terechtzitting, de plaatsing van de maatregel berisping in een landelijk/plaatselijk dagblad met naam en toenaam), doch dit laat het pri- maire doel van het tuchtrecht onverlet.

    De beoordeling van de klacht

    5.5 Uit het voorgaande volgt genoegzaam dat verweerder door het in privétijd downloa- den, bekijken en in bezit te hebben van kinderporno in strijd heeft gehandeld met het belang van een goede uitoefening van individuele gezondheidszorg zoals bedoeld in artikel 47 lid 2 van de Wet BIG. De klacht is dan ook gegrond.

    7

    16/201

    De op te leggen maatregel

    5.6 Het college constateert dat verweerder de verweten gedragingen volledig heeft er- kend, dat hij volledige openheid van zaken heeft gegeven, dat hij zich direct na zijn verhoren bij de politie onder professionele behandeling heeft laten stellen en dat hij ter zitting blijk ervan heeft gegeven dat hij met zijn handelen (ver) over de maatschappelijke en tuchtrech- telijke schreef is gegaan. Het college hecht eraan tevens op te merken dat verweerder rela- tief jong is – en nog een lang arbeidzaam leven voor de boeg heeft, geen pedofiele aard heeft en ook geen persoonlijkheidsstoornis (zo volgt genoegzaam uit de verslagen van de behandelend psycholoog), dat het risico op herhaling laag wordt ingeschat en dat hij zelf zijn carrière en specialisatie als kinderarts heeft beëindigd (vast staat tevens dat verweerder als kinderarts een goede staat van dienst had). Bovendien is hij ook (direct) ontslagen door het ziekenhuis en inmiddels zo’n anderhalf jaar niet meer werkzaam als arts. Ten slotte slaat het college ook acht op het voorwaardelijk sepot van het OM en de enorme (negatieve) publici- teit in de media, waarin verweerder met naam en toenaam is genoemd – in die zin is ver- weerder ook al flink gestraft.

    5.7 In artikel 48 lid 1 van de Wet BIG worden de volgende maatregelen opgesomd:
    (a) waarschuwing, (b) berisping, (c) geldboete, (d) schorsing van de inschrijving in het re- gister voor ten hoogste één jaar, (e) gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid in het BIG-register betrokken beroep uit te oefenen, (f) doorhaling van de inschrijving in het regis- ter. Daarnaast is ook in de tuchtrechtspraak een andere (buitenwettelijke) maatregel ont- wikkeld, namelijk die van de gegrondverklaring van de klacht, zónder oplegging van een maatregel (het zogenoemde “(tucht)rechtelijke pardon”).
    De eerste twee maatregelen (sub a en sub b) worden doorgaans opgelegd voor fouten die BIG-geregistreerden hebben begaan in hun beroepsuitoefening (zie het onderzoek van mrs. C.M. de Klerk en E.T.M. Oudshoorn, Maatregelen tuchtrecht gezondheidszorg, Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, nr. 3, 2015), waarbij de berisping ook een element van verwijtbaarheid bevat. Deze laatste maatregel is naar het oordeel van het college in deze zaak te licht. De geldboete (sub c) wordt sowieso weinig opgelegd en ligt meer voor de hand in zaken waarbij (ook) fouten zijn gemaakt die in de financiële sfeer liggen (zoals opzettelijk foute declaraties opstellen); voor deze zaak ligt een geldboete dan ook niet in de rede. De tijdelijke schorsing van de inschrijving in BIG-register voor maximaal één jaar (sub d) zou een toepasselijke maatregel zijn geweest, doch verweerder heeft vanaf 5 oktober 2015 zijn werk als (kin- der)arts niet meer uitgeoefend zodat deze maatregel “mosterd na de maaltijd” zou zijn. De doorhaling van de inschrijving in het BIG-register (sub f) oordeelt het college in deze zaak een te zware maatregel, immers dan zou verweerder nimmer meer kunnen werken als arts en het college ziet geen aanleiding om deze zwaarste maatregel op te leggen, mede gelet op de onder 5.5 weergegeven feiten en omstandigheden. In deze zaak past niet het tuchtrech- telijk pardon gezien de ernst van de verweten gedraging.

    5.8 In deze zaak oordeelt het college de volgende maatregel het meest passend en ge- boden: verweerder zal nimmer meer als kinderarts mogen werken, maar mag wel als arts

    8

    16/201

    blijven werken, al dan niet in een andere, toekomstige specialisatie. Hiervoor heeft de wet geen passende maatregel ontwikkeld, doch de maatregel onder e) komt hierbij het dichtst in de buurt. In lijn met andere tuchtrechtelijke jurisprudentie over de gedeeltelijke ontzegging zal het college verweerder de bevoegdheid ontzeggen om nog werkzaam te zijn in de specia- lisatie van kinderarts en beveelt, zo nodig, de doorhaling hiervan en wel met onmiddellijke ingang vanaf de datum van deze beslissing in het belang van de bescherming van de indivi- duele gezondheidszorg (ex artikel 48 lid 7, tweede zin Wet BIG). Voorts zal het college bepa- len dat verweerder het recht wordt ontzegd om zich wederom in het BIG-register als kinder- arts te laten registeren.

    5.9 Om redenen, aan het algemeen belang ontleend, zal de beslissing zodra zij onher- roepelijk is op na te melden wijze worden bekendgemaakt.

    6. De beslissing

    Het college:

    • –  verklaart de klacht gegrond;
    • –  ontzegt verweerder de bevoegdheid om, in het register ingeschreven staand, het be-roep van kinderarts uit te oefenen en bepaalt dat deze ontzegging onmiddellijk vankracht wordt;
    • –  beveelt zo nodig de doorhaling van verweerders inschrijving als kinderarts in hetBIG-register dan wel ontzegt verweerder, voor het geval hij op het moment van het onherroepelijk worden van deze beslissing niet als kinderarts is ingeschreven in het BIG-register, het recht om wederom in dit register als kinderarts te worden inge- schreven en bepaalt dat deze ontzegging onmiddellijk van kracht wordt;
    • –  bepaalt voorts dat de beslissing ingevolge artikel 71 van de Wet BIG
      in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en aan de tijdschriften Medisch Contact en Tijdschrift voor Gezondheidsrecht ter bekendmaking zal worden aangeboden.Aldus beslist op 22 november 2016 door:
      mr. R.A. Dozy, voorzitter,
      K. Haasnoot, H.A. van Dijk en dr. T Kuipers, leden-beroepsgenoten,
      mr. dr. A. Wilken, lid-jurist,
      bijgestaan door mr. G.H. Felix, secretaris,
      en in het openbaar uitgesproken ter zitting van 17 januari 2017 door de voorzitter in aanwezigheid van de secretaris.wg secretaris wg voorzitter

    9

    16/201

    Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schrifte- lijk hoger beroep worden ingesteld door:
    – de klager, voor zover zijn klacht is afgewezen, of voor zover hij niet-ontvankelijk is verklaard; – degene over wie is geklaagd;

    – de hoofdinspecteur en de regionale inspecteur van het Staatstoezicht op de volksgezondheid, wie de aangelegenheid aangaat.

    Het beroepschrift, gericht aan de secretaris van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, moet binnen zes weken na de dag van verzending van de beslissing op het secretariaat van het regio- naal tuchtcollege Amsterdam zijn ontvangen.

    10

The post Tuchtcollege: Porno kinderarts Frijns UMCN Nijmegen blijft arts, maar geen kinderarts appeared first on SIN-NL.

Nieuwe website SIN-NL: zwarte lijst rechters

$
0
0

 www.zwartelijstrechters.org

Een integere rechtsstaat beschikt over onpartijdige rechters.

Rechters in Nederland schenden hun zorgplicht en integriteit en worden nauwelijks aangepakt, zie RTLNieuws 2011 en RTLNieuws 2015.
Dit heeft geleid tot het opstellen van onderstaande zwarte lijst van falende rechters- sjoemelrechters- gebaseerd op feiten en documenten. Deze lijst is slechts het topje van de ijsberg….
Deze website wordt gepubliceerd in het algemeen belang.

Bij het merendeel van onderstaande rechters is sprake van aantoonbare onrechtmatige vonnissen en arresten ter (financiële) bevoordeling van falende, nalatige artsen, leden van de medische sector alsmede van relaties, oa door vrijspraak van aantoonbare misdrijven.
Aan SIN-NL zijn slechts enkele andere corrupte rechters bekend  zoals Mr Kalbfleisch en Mr Westenberg  Deze rechters zijn inmiddels niet meer in functie. Kalbfleisch kreeg nb 325.000 euro mee bij zijn vertrek als voorzitter van de NMa…….

De rechters op de zwarte lijst roepen door hun aantoonbaar onrechtmatige vonnissen en arresten de schijn van partijdigheid op, in strijd met:

Deze lijst is een onderdeel van de Zwarte Lijst Artsen. De website zwartelijstartsen.nl staat sinds 2009 online met officiële toestemming van de rechtbank Groningen. Zie de website van de stichting SIN-NL  voor meer informatie.

Lees een kort interview met de voorzitter van stichting SIN-NL, Mr Sophie Hankes.

Stuur gerust suggesties met feiten en documenten voor het aanvullen van deze lijst naar:
info at sin-nl.org

Lees verder: www.zwartelijstrechters.org

The post Nieuwe website SIN-NL: zwarte lijst rechters appeared first on SIN-NL.

Kritiek op medische zorg in gevangenissen

$
0
0

Het aantal dokters in zeker drie Nederlandse gevangenissen moet worden verdubbeld. Het zou een goed idee zijn de gezondheidszorg voor gedetineerden onder te brengen bij het ministerie van Volksgezondheid in plaats van Justitie.

Die aanbevelingen doet het comité van de Raad van Europa dat marteling en onmenselijke behandeling (CPT) moet tegengaan. Dat pleit ook voor betere medische screening van nieuwe gevangenen en een minder straffende en meer medische benadering van drugsverslaafden. Het CPT bezocht vorig jaar mei een reeks gevangenissen, psychiatrische detentiecentra en politiecellen. De medewerking van de Nederlandse autoriteiten was over het algemeen “uitstekend’’. Gevangenen klagen niet over fysieke mishandeling, maar de toestand in sommige gevangenissen kan beter.

Zelf koken

Veel gevangenen klaagden over diepvrieseten. Het comité adviseert gedetineerden zelf te laten koken, zoals in de gevangenis in Heerhugowaard. Ook onderwijs en beroepstraining zijn voor verbetering vatbaar. De sluiting van gevangenisbibliotheken en beperking van het ‘opendeurregime’ baren het CPT zorgen. Op (de medische zorg in) psychiatrische detentiecentra is ook de nodige kritiek, zoals personeelstekort, te lange isolatie en gebrekkige behandelplannen. De instelling in Scheveningen werkte niet goed mee met het comité.

Over politiecellen is het comité overwegend tevreden. Wel waren er enkele klachten over te strakke handboeien en het weigeren van medische hulp of een telefoontje over de arrestatie. Het cellencomplex in Houten zou iets moeten doen aan de verlichting en het cameratoezicht in de cellen. De omstandigheden in de ‘terroristenafdeling’ in gevangenis De Schie in Rotterdam moeten beter, evenals de procedures voor risicoanalyse en plaatsing.De Nederlandse reactie op het rapport wordt in mei verwacht.(ANP)

The post Kritiek op medische zorg in gevangenissen appeared first on SIN-NL.

Patiënten ASZ hebben extra bloedverdunner nodig na stent in hart

$
0
0

Patiënten ASZ hebben extra bloedverdunner nodig na stent

Patiënten van het Albert Schweitzer Ziekenhuis in Dordrecht die een biologisch oplosbare stent in het hart hebben, moeten tot drie jaar na het plaatsen van deze stent een extra, tweede, bloedverdunner nemen. Een stent is een buisje dat wordt gebruikt om bijvoorbeeld een bloedvat open te houden.

Uit een grote internationale studie waaraan het ziekenhuis deelneemt, blijkt dat er tot drie jaar na het plaatsen van deze soort stent een licht verhoogde kans is op vorming van bloedstolsel in de stent. Daarbij kan deze plotseling dicht gaan zitten, waarbij een hartinfarct kan ontstaan.

De kans dat dit gebeurt is erg klein, maar het bleek wel vaker voor te komen dan bij metalen stents, zo meldt het ziekenhuis op de website. “Om dit risico tegen te gaan, adviseren wij patiënten met biologisch oplosbare stents nu om tot drie jaar na het plaatsen – dus totdat de stent verdwenen is – een combinatie van twee bloedverdunners te gebruiken. Eén daarvan werd al standaard voorgeschreven.”

De ongeveer 250 patiënten van het Albert Schweitzer die het betreft, zijn geïnformeerd.

Biologisch oplosbare stents hebben het voordeel dat ze na ongeveer drie jaar helemaal zijn opgelost, terwijl een traditionele metalen stent voorgoed blijft zitten. (ANP)

The post Patiënten ASZ hebben extra bloedverdunner nodig na stent in hart appeared first on SIN-NL.

Cardiologen overleggen over oplosbare stent hartpatienten ASZ Dordrecht

$
0
0

Cardiologen overleggen over oplosbare stent

Om goed te kunnen bepalen wat de risico’s zijn van een oplosbare stent in het hart, heeft de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie maandag een overleg ingelast met internationale collega’s. “Daarin bekijken we of alle patiënten met zo’n stent opgeroepen moeten worden en wat het beste advies is.” Dat zegt vicevoorzitter Hans Bosker van de NVVC.

Vrijdag werd bekend dat patiënten van het Albert Schweitzer Ziekenhuis in Dordrecht die een biologisch oplosbare stent in het hart hebben, tot drie jaar na het plaatsen van deze stent een extra bloedverdunner moeten nemen.

Volgens Bosker, cardioloog in het Rijnstate-ziekenhuis in Arnhem, is nu nog onvoldoende duidelijk “of het een serieus probleem is”. “Er lijkt nu sprake van een gering verhoogd risico op stolselvorming.”

Het mogelijke risico kwam naar voren in een grote internationale studie waar het Dordtse ziekenhuis aan deelneemt. Tot drie jaar na het plaatsen van de stent blijkt er een licht verhoogde kans op vorming van een bloedstolsel. De kans dat dat gebeurt is erg klein. Bosker: “In andere grote internationale studies is dat risico minder duidelijk, dus dat gaan we maandag tegen elkaar afzetten.”

Mocht het nodig zijn, dan volgt meteen een advies van de cardiologenvereniging. (ANP)

The post Cardiologen overleggen over oplosbare stent hartpatienten ASZ Dordrecht appeared first on SIN-NL.

Rb Toulon (Fr): TÜV moet 60 miljoen aan schadevergoeding PIP borstimplantaten betalen

$
0
0

60 miljoen euro aan schadevergoedingen voor borstimplantaten

De Duitse keuringsorganisatie TÜV moet ongeveer 20.000 vrouwen een schadevergoeding van elk 3000 euro betalen omdat het foute borstimplantaten heeft goedgekeurd. Dat heeft een economische rechtbank in het Franse Toulon vrijdag bepaald.

 Het gaat om bij elkaar 60 miljoen euro aan schadevergoedingen, aldus Duitse en Franse media.

De uitspraak staat haaks op een eerder vonnis van een rechtbank in Aix-en-Provence. Die oordeelde dat TÜV geen schadevergoedingen hoefde te betalen. De vrouwen kregen problemen doordat de borstimplantaten gingen lekken. (ANP)


Voor hen die Frans kunnen begrijpen:

www.porteuses-de protheses-mammaire-pip.over-blog.com

 


www.liberation.fr 20 Janvier 2017

Justice

Prothèses PIP : un certificateur écope «solidairement» d’une lourde amende

Par Eric Favereau, (avec AFP)
Une prothèse PIP, en 2012 à Marseille. AFP

TÜV, géant allemand de l’inspection technique, a été condamné par la justice à indemniser 20 000 patientes à hauteur de 3 000 euros pour ne pas avoir repéré le gel frauduleux dans les prothèses mammaires de l’entreprise. Le fondateur de cette dernière s’était vu infliger une peine de quatre ans de prison en mai dernier.

C’est inédit dans une affaire sanitaire : TÜV (abréviation de Technischer Überwachungsverein, «Association d’inspection technique»), le certificateur des prothèses mammaires frauduleuses PIP, a été condamné vendredi par le tribunal de commerce de Toulon à indemniser environ 20 000 plaignantes à hauteur de 3 000 euros chacune, soit une somme totale de 60 millions d’euros, en provision du préjudice subi.

De fait, tout, dans le dossier PIP, s’est déroulé de façon originale. On s’en souvient, la société Poly Implant Prothèse (PIP) – dont le fondateur, Jean-Claude Mas, a été condamné en appel à quatre ans de prison en mai – a rempli pendant plusieurs années des prothèses mammaires avec un gel frauduleux au mépris des règles sanitaires et en trompant les organismes de contrôle et de certifications, dont TÜV faisait partie.

«La décision va de soi tant les manquements sont criant»

La plupart des plaignantes concernées par cette procédure sont étrangères, notamment d’origine latino-américaine. Huit distributeurs des prothèses PIP à l’étranger font également partie de la procédure. «Le montant définitif sera fixé après expertise, mais d’ores et déjà, TÜV est condamné à verser 3 000 euros de provisions» à chaque plaignante, a expliqué Laurent Gaudon, qui représente environ 7 000 victimes dans ce dossier. Il s’agit d’une décision avec exécution provisoire de plein droit : TÜV doit donc payer les provisions, même s’il fait appel. «La décision du tribunal de commerce de Toulon va de soi, tant les faits et les manquements commis par TÜV sont criants», a affirmé de son côté MGaudon.

Déjà condamné puis relaxé en appel

En 2013, le tribunal de commerce de Toulon avait condamné l’entreprise allemande à verser 3 400 euros à 1 700 autres plaignantes, en attendant les expertises pour déterminer le préjudice subi par chacune d’entre elles. Mais, devant la cour d’appel d’Aix-en-Provence, TÜV, qui avait dû verser 5,8 millions d’euros, avait finalement obtenu gain de cause. Un pourvoi en cassation est toujours en cours dans ce premier dossier.

«Ces décisions sont en totale contradiction avec la longue série de positions prises par les juridictions et autorités qui ont étudié le fond de l’affaire PIP à ce jour, a réagi l’avocate de TÜV. Le tribunal de commerce de Toulon persiste à ignorer les éléments très clairs du dossier PIP qui établissent que [TÜV] a accompli sa mission d’organisme notifié avec diligence et en parfaite conformité avec la réglementation applicable.»

Eric Favereau (avec AFP)


Voor hen die Duits kunnen begrijpen:

Skandal um Brustimplantate TÜV soll 60 Mio. Euro Schadenersatz zahlen

www. tagesschau.de 20.01.2017

Der französische Hersteller PIP hatte jahrelang billiges Industriesilikon für Brustimplantate verwendet – zertifiziert vom TÜV Rheinland. Der ist nun zu 60 Millionen Euro Schadenersatz verurteilt worden. Ob er die wirklich zahlen muss, scheint aber fraglich.

Der TÜV Rheinland ist in Frankreich erneut wegen mangelhafter Brustimplantate der Firma PIP zur Zahlung von Schadenersatz verurteilt worden. Es geht um die Summe von insgesamt 60 Millionen Euro. Das Handelsgericht im südfranzösischen Toulon entschied, jede der 20.000 Klägerinnen solle 3000 Euro erhalten.

TÜV Rheinland soll 60 Millionen Euro Schadensersatz zahlen
tagesschau 20:00 Uhr , 20.01.2017, Jens Eberl, WDR

Der TÜV kündigte umgehend Berufung gegen das Urteil an. Er wies darauf hin, dass eine ähnliche Entscheidung des gleichen Gerichts 2015 vom Berufungsgericht aufgehoben wurde.

Ähnliches Urteil 2015 aufgehoben

Bereits im November 2013 hatte das Handelsgericht von Toulon den TÜV zur Zahlung von Schadenersatz an 1700 betroffene Frauen und an mehrere Händler verurteilt. Das Gericht hielt dem TÜV vor, gegen seine “Kontroll- und Aufsichtspflichten” verstoßen zu haben. Das Berufungsgericht in Aix-en-Provence hob das Urteil aber 2015 auf und erklärte, der TÜV habe seine Kontrollpflichten erfüllt und “keinen Fehler” begangen.

Der TÜV hat stets betont, selbst von PIP getäuscht worden zu sein. Tatsächlich wurde PIP-Gründer Jean-Claude Mas in zwei Prozessen des Betrugs an den betroffenen Frauen und am TÜV schuldig gesprochen.

Der inzwischen insolvente französische Hersteller Poly Implant Prothèse (PIP) hatte jahrelang billiges Industriesilikon für seine Implantate verwendet. Weltweit wurden zehntausenden Frauen PIP-Implantate eingesetzt, in Deutschland waren es Schätzungen zufolge rund 6000 Frauen. Der TÜV hatte das Herstellungsverfahren bei PIP zertifiziert, nicht aber die Silikonkissen selbst kontrolliert.

Über dieses Thema berichtete tagesschau24 am 20. Januar 2017 um 16:00 Uhr.

The post Rb Toulon (Fr): TÜV moet 60 miljoen aan schadevergoeding PIP borstimplantaten betalen appeared first on SIN-NL.


Bijna 2 miljoen mensen kregen in 2015 thuiszorg

$
0
0

Bijna twee miljoen mensen kregen in 2015 hulp aan huis

Een groot deel van deze zorg en ondersteuning krijgen zij van de partner, volwassen kinderen, ouders, buren, vrienden of vrijwilligers. Publiek en particulier gefinancierde hulp komen iets minder vaak voor: respectievelijk ruim 6 procent en ongeveer 3 procent.

Hulp in het huishouden is het type hulp dat het meest wordt ontvangen (11 procent). Persoonlijke verzorging en begeleiding (beide 4 procent) en verpleging (2 procent) krijgen Nederlanders beduidend minder vaak.

Ontevreden

Niet iedereen is blij met de zorg die ze krijgen. Acht procent van de volwassen bevolking zegt behoefte te hebben aan meer zorg en ondersteuning. Er is vooral behoefte aan (meer) hulp bij het huishouden (5 procent) en begeleiding (3 procent).

Sinds 2015 is de verantwoordelijkheid van gemeenten voor zorg en ondersteuning uitgebreid. Mensen kunnen onder andere terecht bij het Wmo-loket van de gemeente voor de aanvraag van huishoudelijke hulp, begeleiding, woningaanpassingen, hulpmiddelen en vervoer.

Ongeveer 60 procent van de Nederlandse 18-plussers is bekend met het loket en ongeveer 5 procent heeft ook daadwerkelijk contact gehad. Zowel de bekendheid van het loket als het contact ermee is het grootst onder mensen met beperkingen en ouderen.

The post Bijna 2 miljoen mensen kregen in 2015 thuiszorg appeared first on SIN-NL.

IGZ geeft alternatieve kliniek Revitalis in Waalre aanwijzing

$
0
0

Aanwijzing voor Healthworld B.V. (Revitalis – Orthovitality) in Waalre

Nieuwsbericht | 23-01-2017

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft Healthworld B.V. (Revitalis- Orthovitality) in Waalre een aanwijzing gegeven. De inspectie heeft ernstige tekortkomingen in de zorg vastgesteld die een risico zijn voor de patiëntveiligheid. De zorgaanbieder moet deze problemen binnen drie maanden oplossen.

Onaangekondigd bezoek

Op 4 januari 2017 bracht de inspectie een onaangekondigd bezoek aan Revitalis. In Revitalis worden ondermeer patiënten behandeld met chronische ziekten die in het reguliere circuit te horen kregen dat ze uitbehandeld waren en patiënten met kanker. Daarbij wordt gebruik gemaakt van niet reguliere geneeswijzen waaronder ozontherapie en infuustherapie tegen ontstekingen en virussen.

Tijdens het inspectieonderzoek zijn verschillende ernstige tekortkomingen vastgesteld die een risico kunnen vormen voor patiënten. De inspectie constateerde onder andere tekortkomingen in de dossiervoering, het voorkomen van infecties, medicatieveiligheid en het onderhoud van medische apparatuur.

Vervolg

De inspectie controleert of Revitalis zich houdt aan de aanwijzing. Is dat niet het geval, dan kan de inspectie een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang opleggen.

Meer informatie

IGZ Aanwijzing Healthworld B.V. (Revitalis-Orthovitality) Waalre, januari 2017

23-01-2017Instelling bevel/aanwijzing
Rapport of brief naar aanleiding van het geven, verlengen of opheffen van een bevel of aanwijzing. Een …

IGZ Healthworld B.V. (Revitalis- Orthovitality) Waalre januari 2017

20-01-2017Instellingsrapport
Rapport naar aanleiding van een toezichtbezoek aan deze zorgaanbieder.


bron: skipr.nl

Alternatieve kliniek Waalre krijgt berisping

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft “ernstige tekortkomingen” in de zorg vastgesteld bij de alternatieve kliniek Revitalis in Waalre. Zo zijn er problemen op het gebied van medicatieveiligheid, het onderhoud van apparatuur en dossiervoering. Ook wordt er onvoldoende gedaan om infecties te voorkomen, meldt de IGZ maandag.

 Revitalis is een onderdeel van zorgaanbieder Healthworld. In de kliniek worden patiënten behandeld met chronische ziekten die in het reguliere circuit te horen kregen dat ze uitbehandeld waren. Ook kankerpatiënten worden hier behandeld. Revitalis gebruikt alternatieve geneeswijzen waaronder ozontherapie en infuustherapie tegen ontstekingen en virussen.

De zorgaanbieder heeft drie maanden tijd gekregen van de inspectie om orde op zaken te stellen. Gebeurt dat niet, dan kan de instelling beboet worden. (ANP)

The post IGZ geeft alternatieve kliniek Revitalis in Waalre aanwijzing appeared first on SIN-NL.

‘Bijna 14.000 zieken en ouderen hebben schuld door eigen bijdrage zorg’

$
0
0
Bijna 14.000 chronisch zieken en ouderen hebben moeite om de eigen bijdragen op te hoesten voor langdurige zorg en ondersteuning thuis of in een instelling. Zij hebben een betalingsregeling bij het CAK, de instantie die deze bijdragen int voor gemeenten en Rijk.

Het CAK (Centraal Administratie Kantoor) schakelde vorig jaar incassobureaus in om in totaal voor bijna 20 miljoen aan openstaande zorgrekeningen te innen. Dat blijkt uit cijfers die Omroep Max bij het CAK heeft opgevraagd.

Dan zijn er volgens de onderzoekers ook nog 290.000 mensen die de premie voor hun zorgverzekering niet kunnen, of niet willen betalen. Deze mensen hebben zes maanden of langer hun zorgpremie niet betaald.

Omroep Max zendt maandagavond live het Nationaal Zorgdebat uit op televisie, een programma over de gevolgen van bezuinigingen en hervormingen in de zorg.

The post ‘Bijna 14.000 zieken en ouderen hebben schuld door eigen bijdrage zorg’ appeared first on SIN-NL.

IGZ: Werkplan 2017: openheid en gezond vertrouwen centraal

$
0
0

Commentaar SIN-NL
Lees www.inspectiegezondheidsz.org :website van SIN-NL


Op 23 januari heeft minister Schippers van VWS het Werkplan 2017 van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) naar de Tweede Kamer gestuurd. In het werkplan beschrijft de inspectie de activiteiten die zij voor dit jaar gepland heeft. Ook de thema’s die in 2017 de meeste aandacht krijgen staan erin.

Ruimte om te leren

Bijna alle zorgverleners zetten zich in om de best mogelijke zorg te verlenen. Het uitgangspunt in ons toezicht blijft daarom Gezond vertrouwen. Fouten en ongelukken zijn helaas onvermijdelijk. Van belang is dat daarvan wordt geleerd. Daar geven we zorgverleners de ruimte voor. Ook de inspectie zelf wil leren en verbeteren. We werken aan het vertrouwen van zorgverleners en bevolking. Dat doen wij door met hen in gesprek te gaan en open te zijn over ons werk.

Zorg en toezicht in het belang van de burger

Ons streven is dat elke zorgverlener zorg biedt, die hij of zij zijn naasten zou gunnen. Zorg die rekening houdt met de wensen, behoeften en leefwereld van de patiënt of cliënt. Daar letten we op in ons toezicht. We willen graag weten wat mensen verwachten van goede en veilige zorg. Dan kunnen we dit als aandachtspunt betrekken bij ons toezicht. We gaan daarom graag in gesprek met mensen in onze samenleving. Ook gaan we burgers vragen om als ervaringsdeskundige mee te doen bij inspectiebezoeken.

Toezicht op openheid

Burgers willen graag weten of een zorgverlener goede en veilige zorg biedt. Wij verwachten daarom van zorgverleners dat ze de resultaten van hun zorg laten zien. We willen van hen horen wat ze daarvan leren. En hoe ze hun zorg nog beter en veiliger maken. We vragen zorgverleners ook open te zijn als het fout gaat. Naar de IGZ en directe collega’s, maar ook naar de betrokken patiënt en zijn naasten. We controleren of de zorgverlener hen ook echt betrekt in het onderzoek na een incident.

Openheid helpt kiezen en verbeteren

Wij gaan op onze website beter laten zien hoe wij de kwaliteit van de zorg in Nederland beoordelen. Dat helpt burgers om hun zorgverlener te kunnen kiezen. En het stimuleert zorgverleners zich te verbeteren. Ook gaan we op onze website duidelijker toelichten wat we doen, hoe en waarom.

Belangrijkste thema’s in 2017

  1. Medicatieveiligheid: Hoe veilig gaat het voorschrijven en geven van medicijnen? We letten in 2017 vooral op momenten dat patiënten worden overgedragen aan een andere zorgverlener.
  2. Goed bestuur: Hoe goed kennen de bestuurders het werkklimaat in hun instelling? Zorgen zij ervoor dat de cultuur veilig genoeg is om te leren van dingen die niet goed zijn gegaan? En hoe bevorderen bestuurders de kwaliteit van de zorg?
  3. Netwerkzorg in een veranderende zorgsector: Hoe goed werken zorgverleners samen rondom een cliënt?
  4. Disfunctioneren: Doet een zorgverlener zijn werk voor langere tijd niet goed en veilig? Hoe proberen zorgverleners dit samen met collega’s te voorkomen?

We worden Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

De Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg werken al veel samen. In 2017 willen we gaan fuseren. Samen kunnen we met een bredere blik en meer deskundigheid toezicht houden op de jeugdhulp.

De gezondheidszorg verandert, ons toezicht dus ook

De gezondheidszorg verandert in hoog tempo. Wij blijven ook in 2017 ons toezicht daarop aanpassen. Zo heeft de zorg aan kwetsbare mensen in onze samenleving, zoals ouderen, mensen met psychische problemen of met een beperking en asielzoekers onze volle aandacht. En we controleren of zorgverleners zich houden aan de regels voor het melden van huiselijk geweld en kindermishandeling. Daarnaast kijken we meer dan ooit naar de kwaliteit van bijvoorbeeld medische websites of apps.

Meer informatie

  • IGZ Werkplan 201724-01-2017 | PDF-document, 1998 kB
  • Publiekssamenvatting Werkplan 201724-01-2017 | PDF-document, 1944 kB
    ——————————-

    bron: skipr.nl door Skipr redactie

    Inspectie zet kijker op bestuurder

    De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft in het Werkplan 2017 goed bestuur als één van de vier speerpunten benoemd. De inspectie gaat bij het toezicht op de sector extra letten op de rol van bestuurders en interne toezichthouders bij een veilig werkklimaat en lerende cultuur.

    Hoe goed kennen de bestuurders het werkklimaat in hun instelling? Zorgen zij er voor dat de cultuur veilig genoeg is om te leren van dingen die niet goed zijn gegaan? En hoe bevorderen bestuurders de kwaliteit van de zorg? Dat zijn wat de IGZ betreft de belangrijkste vragen om vast te stellen of er binnen een zorgorganisatie sprake is van goed bestuur. De inspectie toetst of bestuurders door goed intern toezicht voldoende inzicht hebben in de risico’s in de organisatie. Ook toetst ze of bestuurders de juiste mechanismen hebben om risico’s op tijd te ontdekken en waar mogelijk te voor komen. De rol van de interne toezichthouder komt hierbij nadrukkelijk aan de orde.

    Andere kernthema’s voor dit jaar zijn medicatieveiligheid, netwerkzorg en disfunctioneren. Als het om medicatieveiligheid gaat let de inspectie voor op de overdracht oftewel de momenten dat patiënten worden overgedragen aan een andere zorgverlener. Bij het thema netwerkzorg wil de inspectie vooral weten of zorgverleners goed samenwerken rondom een cliënt. Voor wat betreft disfunctionerende zorgverleners wil de IGZ voortaan ook weten hoe zorgverleners dit samen met collega’s proberen te voorkomen.

    Kwetsbare mensen

    In meer algemene zin wil de IGZ in 2017 nadrukkelijk het perspectief van de kwetsbare burgers betrekken in het toezicht. De gezondheidszorg verandert in hoog tempo. Wij blijven ook in 2017 ons toezicht daarop aanpassen. “De zorg aan kwetsbare mensen in onze samenleving, zoals ouderen, mensen met psychische problemen of met een beperking en asielzoekers heeft onze volle aandacht”, aldus de inspectoe. “En we controleren of zorgverleners zich houden aan de regels voor het melden van huiselijk geweld en kindermishandeling. Daarnaast kijken we meer dan ooit naar de kwaliteit van bijvoorbeeld medische websites of apps.”

    Fusie

    De IGZ zal het komend jaar fuseren met de Inspectie Jeugdzorg. De gedachte is dat de beide inspecties samen met een bredere blik en meer deskundigheid toezicht kunnen houden op de jeugdhulp. Als gevolg van de fusie gaat de IGZ straks Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heten. Daarnaast zal de IGZ dit jaar optrekken met de NZa en het Zorginstituut Nederland om de toegankelijkheid, doelmatigheid en kwaliteit van de zorg in Nederland te verbeteren. Een belangrijk onderdeel van de samenwerking betreft de inzet van beide toezichthouders en het Zorginstituut, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheden, voor de ontwikkeling van eenduidige kwaliteitsstandaarden door de brancheorganisaties, wetenschappelijke verenigingen en patiëntenorganisaties.

The post IGZ: Werkplan 2017: openheid en gezond vertrouwen centraal appeared first on SIN-NL.

‘Veiligheid OK onder druk door tekort operatieassistenten’

$
0
0

De veiligheid in de operatiekamer komt in het gedrang door een tekort aan operatieassistenten. Daarvoor waarschuwt de Landelijke Vereniging van Operatieassistenten (LVO). Volgens de LVO leiden de tekorten er toe dat niet-gekwalificeerde verpleegkundigen handelingen in de ok verrichten. Ook neemt de werkdruk van de huidige operatieassistenten zozeer toe dat er verpleegkundigen uitvallen.

 Het Capaciteitsorgaan becijferde vorig jaar al dat er een groot tekort dreigt aan gespecialiseerde verpleegkundigen. Om het probleem aan te pakken moet de instroom van nieuwe leerlingen voor sommige beroepen worden verdrievoudigd, aldus het Capaciteitsorgaan.

“Nu worden er 200 operatieassistenten per jaar opgeleid. Dat zou je eigenlijk moeten verdrievoudigen”, zegt Nicole Dreessen, bestuurslid Beroepsbelangen Kwaliteit en Veiligheid LVO. Volgens de LVO zijn er op dit moment ruim zestig vacatures die niet ingevuld kunnen worden. Als gevolg hiervan staan OK’s onnodig stil en moeten ziekenhuizen operaties afzeggen.

Zorgwekkender vindt de LVO het veiligheidsaspect. Volgens Dreessen worden er vanwege de personeelstekorten in de operatiekamer soms handelingen verricht door verpleegkundigen die daar niet voor zijn opgeleid. Ook stijgt de werkdruk op de operatieassistenten zo ver dat er verpleegkundigen uitvallen. Tot slot ziet de LVO ook weer een gestage toename van het aantal  detacheringsbureaus. De LVO vraagt zich af of dit met het oog op de bedrijfsvoering en kwaliteit wenselijk is.

Campagne

Volgens de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) nemen de ziekenhuizen het probleem serieus en zijn ze zich terdege bewust van het dreigende tekort aan operatieassistenten. “Hetzelfde geldt voor een aantal andere specialistisch verpleegkundige beroepen. Er wordt hard aan gewerkt om dit op te vangen”, zegt een woordvoerder van de NVZ. “De Nederlandse Zorgautoriteit heeft geld beschikbaar gesteld voor de ziekenhuizen, zodat zij meer intern kunnen opleiden. Als vereniging zijn we een campagne gestart om de ziekenhuizen hier op te wijzen. Daarnaast is het belangrijk dat er Zorpacten worden gesloten; dat er op regionaal niveau samenwerkingen worden aangegaan, waarbij zorginstellingen en opleiders zijn betrokken.”

Opleidingscapaciteit

Ondanks de inspanningen van de ziekenhuizen is de LVO er niet gerust op. Dreessen vraagt zich af of er op korte termijn voldoende kandidaten voor de opleiding gevonden kunnen worden. “Bovendien is het de vraag of er voldoende opleidingscapaciteit is”, aldus Dreessen. Door de concentratie van medisch-specialistische zorg kalft ook het aantal potentiële opleidingsplekken af. Daarbij vindt Dreessen dat de ziekenhuizen te ad hoc reageren. “De pieken en dalen in behoefte aan operatieassistenten volgen elkaar in steeds hoger tempo op. Je zult dus structureel moeten opleiden.”

Wet BIG

Bij structureel opleiden hoort wat de LVO betreft ook een betere formele afbakening van het beroep. In de nabije toekomst zal een steeds groter beroep worden gedaan op zelfstandigheid van handelen en competenties als professionaliteit en innovatievermogen. Om die reden zijn titelbescherming en een tuchtrechtelijke regeling noodzakelijk. Als het aan de LVO ligt worden operatieassistenten dan ook  opgenomen in artikel 3 van de wet BIG, waar registratie en titelbescherming zijn geregeld. Daarnaast zouden verplichte registratie en accreditatie een belangrijke stap zijn om de kwaliteit en veiligheid van operatieve zorg te waarborgen of te verbeteren.

The post ‘Veiligheid OK onder druk door tekort operatieassistenten’ appeared first on SIN-NL.

Cardiologen: oplosbare stents “risicovol”

$
0
0

Oplosbare stents ‘risicovol’

Oplosbare stents geven mogelijk een verhoogd risico op trombose. Waarschijnlijk lost de oplosbare stent minder snel op dan verwacht.

De Nederlandse Vereniging voor Cardiologie laat dit vandaag weten.

Opgelost
Het lijkt er nu op dat de oplosbare stent niet binnen drie jaar is opgelost, waardoor de kans op stolselvorming in de stent toe neemt. Vicevoorzitter Hans Bosker: ‘We moeten zo snel mogelijk  de voorlopige resultaten van de Nederlandse studie analyseren om tot een juist oordeel te komen. Na de publiciteit rond de teruggeroepen patiënten in Dordrecht voelen we ons moreel verplicht om dit breder in de openbaarheid te brengen.’

Biologisch afbreekbaar
Afgelopen vrijdag lieten twee ziekenhuizen in Zuid Holland weten driehonderd hartpatiënten met een biologisch afbreekbare stent terug te roepen. Deze zogeheten ‘Absorb BVS’-stent, kan de kans op stenttrombose vergroten. In vergelijking met een metalen stent, waar de kans op stenttrombose 1 procent is, zou de kans op trombose in de oplosbare stent mogelijk  groter zijn. Vorig najaar verscheen in The Lancet een studie waaruit naar voren komt dat deze kans twee tot drie kaar zo groot is. Dit beeld wordt nu bevestigd door een eerste data-analyse van een grote Nederlandse studie in meerdere hartcentra.

Voorlopige resultaten
NVVC-Vicevoorzitter Hans Bosker: ‘Het gaat om voorlopige resultaten. De definitieve data worden eind februari verwacht. Daarna is uitgebreide analyse nodig en moeten we in gesprek gaan met de fabrikant. Er wordt wereldwijd onderzoek gedaan naar deze stent en er zijn ook onderzoeken die dit effect niet of nauwelijks laten zien. De samenstelling van de patiëntenpopulatie kan de resultaten beïnvloeden. Daarbij is het moeilijk vast te stellen of er ‘mogelijk sprake is’ van stenttrombose of dat er daadwerkelijk stenttrombose is opgetreden.’

Pijn op de borst
Stolselvorming in een stent kan leiden tot acute klachten van pijn op de borst. Patiënten wordt geadviseerd om meteen contact op te nemen met hun cardioloog. Een nieuwe dotterbehandeling kan nodig zijn om  schade aan het hart te voorkomen of te beperken. Uit onderzoek is gebleken dat de kans op overlijden niet groter is bij gebruikmaken van een oplosbare stent.’

Gedotterd
De NVVC adviseert patiënten die in de afgelopen drie jaar zijn gedotterd en zich zorgen maken, om contact op te nemen met hun cardioloog. Deze kan bepalen of extra bloedverdunning nodig is. Bosker: ‘Standaard krijgen patiënten tot een jaar na het plaatsen van de stent twee bloedverdunners. Na een jaar gaan ze door met één bloedverdunner: de Ascal. De cardioloog kan nu overwegen om mensen met een oplosbare stent drie jaar lang dubbele bloedverdunning te geven.’ De cardioloog zal telkens het risico op stolselvorming afzetten tegen de verhoogde bloedingskans. Dit verschilt per patiënt en is afhankelijk van het feit of iemand al eens een hartinfarct heeft doorgemaakt of dat hij bijvoorbeeld aan suikerziekte lijdt.

Interventiecentra
Sinds 2012 wordt de oplosbare stent geplaatst in dertig interventiecentra in Nederland. De mate waarin dat gebeurt, hangt af van de cardiologen in kwestie. In Rijnstate, het ziekenhuis waar Bosker werkt, is men terughoudend. De afgelopen jaren zijn er 1300 patiënten gedotterd en bij tachtig van hen oplosbare stents ingebracht.

Cardioloog
Patiënten die aan de studie hebben deelgenomen worden hierover benaderd en krijgen een advies over de bloedverdunnende medicatie. Het is niet bekend of patiënten die een oplosbare stent gekregen hebben buiten deze studie om ook een hoger risico lopen op stolselvorming in de stent. Bovendien zijn er geen internationale richtlijnen die deze verlengde duur van extra bloedverdunning ondersteunen. Zolang er nog geen eenduidige conclusies te trekken zijn uit lopend onderzoek, is het te vroeg om ook deze patiënten terug te roepen, stelt de NVVC.

Nog geen verdere actie
Op dit moment is er geen reden tot het nemen van extra maatregelen, zegt Bosker: ‘De resultaten van metalen stents zijn goed, ook op langere termijn. Maar er zijn wel degelijk patiënten die voordeel hebben van een oplosbare stent. Wij geven zeker niet het advies om terughoudend te zijn met het plaatsen. Van belang is de duur en intensiteit van de bloedverdunning na de ingreep’.

Dossier patientveiligheid Patiënten en cliënten moeten kunnen rekenen op veilige zorg. Soms gaan er dingen mis en dat leidt tot incidenten en calamiteiten. Zorginstellingen zijn verplicht calamiteiten te melden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Evenals een patiënt of diens naaste kan de Inspectie een tuchtzaak aanhangig maken. Lees meer >>

 

The post Cardiologen: oplosbare stents “risicovol” appeared first on SIN-NL.

Maakt falend chirurg Robert Muller nu ook slachtoffers in ziekenhuis in Zuid-Afrika?

$
0
0

Maakt dr Robert Muller, nu ook medische fouten en slachtoffers in ziekenhuis in Zuid-Afrika?

Tot verbijstering van SIN-NL ontvingen wij het bericht dat falend chirurg R W J Muller die betrokken was bij twee vermijdbare sterfgevallen in ziekenhuis Bethesda Hoogeveen als chirurg werkt in Ng­welezana Hospi­tal in Em­pan­geni,  een KwaZulu-Na­tal ziekenhuis, Zuid – Afrika.
Mogelijk heeft hij ook daar meerdere slachtoffers gemaakt.
Dit blijkt uit meerdere publicaties op internet oa 22 januari 2017  www.iol.co.za  en 2 okt. 2016  the Sunday Independent , volledige tekst zie hieronder.
Zijn baas en supervisor in het Ng­welezana Hospi­tal, Dr Ma­hesh­war Naidoo,  is reeds geschorst, maar dr Muller is overgeplaatst naar urologie.

Op 1 dec. 2016 bevestigde het Centraal Tuchtcollege de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle  27 maart 2015 onder nummer 149/2014, dat Muller nooit meer als chirurg mag werken en zich ook niet meer opnieuw mag inschrijven als chirurg in het BIG-register.

Het BIG register vermeldt dat de inschrijving van zorgverlener Dr RWJ Muller is doorgehaald en dat deze zorgverlener niet mag werken in zijn/haar beroep, zie hieronder.
De grote vraag is: wat gaat de Inspectie Gezondheidszorg eraan doen dat dr Muller slachtoffers blijft maken????
Zie ook informatie in SIN-NL doofpotdossier falend chirurg Robert Muller

Het BIG register : bron: www.bigregister.nl

De inschrijving van deze zorgverlener is doorgehaald.
Deze zorgverlener mag niet werken in zijn/haar beroep.
Naam
R.W.J. Muller
Geslacht
Man
BIG-nummer
59022912901
Beroepsgroep
Artsen
Aantekening
Bij de inschrijving in het register van artsen is per 1 augustus 2013 een bevoegdheidsbeperkend bevel van de IGZ aangetekend. De inhoud van dit bevel luidt als volgt: de arts mag met ingang van 1 augustus 2013 geen complexe vaatchirurgische ingrepen verrichten totdat uit het door de Inspectie te entameren nader (dossier)onderzoek is gebleken dat hij in staat is verantwoorde (complexe) vaatchirurgische zorg te verlenen conform artikel 40 van de wet BIG dan wel totdat de rechter zich onherroepelijk heeft uitgelaten over zijn bevoegdheid daartoe en/of zijn professionele handelen. Op 9-08-2013 heeft doorhaling op eigen verzoek plaatsgevonden, daarmee is het bevel van rechtswege komen te vervallen.
————————

Banned surgeon accused of botching op

Dr Robert Muller

Durban – A Dutch doctor alleged to have botched two previous surgeries at the Ngwelezana Hospital in Empangeni is back at the operating table – allegedly resulting in a man losing his leg last week.

Dr Robert Muller, who was banned from performing vascular surgeries in the Netherlands, was authorised by hospital management to perform a surgery despite being moved to the urology department.

Last week, Power Menyuke, 43, had to undergo an emergency operation after he was transferred to the hospital.

An angle grinder cut into his leg while he was at work, and Muller was instructed to operate. Several sources at the hospital confirmed to the Sunday Tribune that Muller failed to repair Menyuka’s artery during the operation, which resulted in excessive bleeding.

They said Menyuka had to be rushed to theatre the following morning for corrective surgery, but it was too late. His leg had to be amputated to save his life.

The sources said they were baffled by how Muller was authorised to perform a surgery despite his history.

Muller was banned in the Netherlands after he was involved in the “avoidable deaths” of two patients at the Bethesda Hospital in the north-eastern town of Hoogeveen.

Menyuka’s wife, Sindisiwe Gumede, said the family would look at ways to find legal recourse.

She said she was shocked when she heard her husband’s leg had to be amputated, because he went in for a minor injury and she was initially told he would be okay.

“They told me he was going to be okay, and the next thing, I heard they had to perform a follow-up surgery to amputate his leg, because the first one wasn’t successful,” said Gumede.

She said Menyuka was a builder who relied on his legs to make a living, and she was distraught thinking about their future.

Despite several attempts to get answers from the Health Professions Council of South Africa since October last year, they had failed to respond to the Sunday Tribune’s queries regarding the status of Muller’s medical registration in the country.

In response to the allegations, Muller told the Tribune he could not comment due to departmental regulations.

KZN Department of Health spokesman Sam Mkhwanazi said: “We note the allegations raised by the newspaper. Matters related to the management of a patient by clinicians at the Ngwelezana Hospital will be fully investigated.

“Without prejudice and in keeping with the law, the department would like to state that a medical officer with experience and expertise is allowed to get involved in any clinical operation.”

Meanwhile, the DA visited the Ngwelezana Hospital earlier this week and labelled it a “pit of hell”, with cancer patients being the worst affected.

The DA’s health spokesman, Dr Imran Keeka, said the hospital’s mammogram machine, its fluoroscopy machine and its CT scanner were either broken or not functioning properly.

nabeelah.shaikh@inl.co.za

Sunday Tribune

 

————————

Delays caused by boss’s suspension have led to 4 deaths:claim

 The Sunday Independent 2 Oct 2016

A DUTCH med­i­cal sur­geon who was banned from per­form­ing vas­cu­lar surg­eries in the Nether­lands af­ter be­ing deemed “a real risk to the safety of pa­tients” is prac­tis­ing at a KwaZulu-Na­tal hospi­tal.

Dr Robert Muller, 62, came un­der fire in his home coun­try af­ter he was in­volved in the “avoid­able deaths” of two pa­tients at the Bethesda Hospi­tal in Hoogeveen, a town in north-east­ern Nether­lands.

At the time, the me­dia in his home coun­try com­pared him to Nazi doc­tor Josef Men­gele, who was dubbed the “An­gel of Death”.

In Au­gust this year, the KZN De­part­ment of Health em­ployed Muller to work at the Ng­welezana Hospi­tal in Em­pan­geni.

Within a month, he al­legedly botched two surg­eries at Ng­welezana Hospi­tal. Ac­cord­ing to med­i­cal sources, both pro­ce­dures were “fairly sim­ple”.

One of those pa­tients was Jeanette Meyer, 58, who went to hospi­tal on Au­gust 24 to have stones re­moved from her gall­blad­der.

How­ever, af­ter the surgery she was no­ti­fied that Muller had made a mis­take and had cut off her bile duct.

She had to be sent to King Ed­ward Hospi­tal for cor­rec­tive surgery.

Her son, Shaun Meyer, said his mother’s health had taken a turn for the worse fol­low­ing Muller’s botch-up and he was in the process of tak­ing le­gal ac­tion against the hospi­tal.

“What was meant to be a sim­ple surgery turned into a night­mare for us. Muller told us that he had started the surgery on my mother and didn’t want to con­tinue be­cause she was swollen. We were later in­formed that there was a mishap and her bile duct was cut off,” said Meyer.

“What was meant to be a sim­ple surgery turned into a night­mare for us. Muller told us that he had started the surgery on my mother and didn’t want to con­tinue be­cause she was swollen. We were later in­formed that there was a mishap and her bile duct was cut off,” said Meyer.

In the sec­ond in­ci­dent, surgery on a 37-year-old man went hor­ri­bly wrong when Muller al­legedly made an in­cor­rect in­ci­sion. In­stead of mak­ing the in­ci­sion down­wards, the pa­tient was cut across the brachial artery.

The pa­tient had been ad­mit­ted for a right arm vas­cu­lar in­jury.

Dutch Health Care In­spec­torate spokes­woman Rianne Peek con­firmed to In­de­pen­dent Me­dia that Muller was banned from per­form­ing vas­cu­lar surg­eries fol­low­ing a com­pli­ance or­der is­sued by the in­spec­torate in 2013.

She said that fol­low­ing the ban, he vol­un­tar­ily re­moved him­self from the coun­try’s med­i­cal pro­fessional’s regis­ter in­stead of choos­ing to ap­peal the ban, and he was not al­lowed to reregis­ter.

In a press re­lease is­sued by the Dutch Health Care In­spec­torate at the time of the ban, the in­spec­torate said Muller “poses a real risk to the safety of pa­tients”.

Muller told In­de­pen­dent Me­dia he had been ad­vised not to com­ment.

“I wish to in­form you that I won’t re­spond to the men­tioned al­le­ga­tions. Hav­ing dis­cussed this mat­ter with the chief ex­ec­u­tive at Ng­welezana Hospi­tal, I was in­structed not to re­spond for the fol­low­ing rea­son: the De­part­ment of Health coop­er­ate com­mu­ni­ca­tions di­rec­tor ad­vises that ‘jour­nal­ists are ex­pected to fur­nish his of­fice with writ­ten ques­tions that he will then re­spond to’.”

Mean­while, the head of surgery at Ng­welezana Hospi­tal, Dr Ma­hesh­war Naidoo, was sus­pended last week. He was Muller’s su­per­vi­sor.

How­ever, Muller is still at the hospi­tal but has been moved from the gen­eral surgery unit to urol­ogy.

With Naidoo sus­pended, there was no con­sul­tant to over­see more com­plex surg­eries, re­sult­ing in de­lays and pa­tients be­ing sent to other hospi­tals.

It is be­lieved that these de­lays had re­sulted in the death of at least four peo­ple at the hospi­tal this week alone.

The hospi­tal serves 19 dis­trict hospi­tals through­out the Zu­l­u­land area.

The De­part­ment of Health’s Sam Mkhwanazi con­firmed the de­part­ment had em­ployed a doc­tor from the Nether­lands.

“This doc­tor is em­ployed as a med­i­cal of­fi­cer as per his regis­tra­tion with the Health Pro­fes­sions Coun­cil of South Africa (HPCSA). The ver­i­fi­ca­tion of doc­tors’ qual­i­fi­ca­tions is done by the HPCSA, and not by the in­sti­tu­tion,” he said.

The HPCSA had not re­sponded to queries at the time of go­ing to press.

The post Maakt falend chirurg Robert Muller nu ook slachtoffers in ziekenhuis in Zuid-Afrika? appeared first on SIN-NL.


Dr Robert Muller chirurg met beroepsverbod werkt in Ngwelezana Hospital Z-A.

$
0
0

Home   Index   Search   Contact Us

NGWELEZANA HOSPITAL
Telephone: +27 (0) 35 901 7000
Fax: +27 (0) 35 794 1684
Email: pro.ngwelezana@kznhealth.gov.za
Postal Address: P/Bag X20021 Empangeni 3880
Physical Address: Thanduyise Road, next to Ngwelezana Police station Directions
GPS co-ordinates: 31.86411633 | -28.7795563Senior Management Team

Vision:  An accessible health facility that renders cost-effective and quality health care service with developing tertiary services for the citizens of Region 4.


Mission:
To provide health services that are cost-effective, compliant with high safety standards and accessible to all the citizens of Region 4 by employing competent staff and creating an environment conducive for academic excellence that promotes the development of personnel and research opportunities

Core Values (I – CARE)

I- Innovation
C- Compassion/courage to learn
A- Accountability
R-Respect
E- Efficiency

Motto : “Our Patients, Our Priority”

Services Offered

Medical Services

  • General
  1. Medical (Tertiary-Renal Services and Regional Services)
  2. Orthopaedics (District, Regional, Tertiary Services and Post Grad Training)
  3. Surgical (District, Regional, Tertiary Services and Post Graduate Training)
  • Paediatrics (District, Regional and Tertiary Services)
  • Critical Care (ICU/High Care)<
  • Ophthalmology (District and Regional)
  • Psychiatry (District , Regional and Post Graduate Training)
  • Anaesthetics (District, Regional and Post Graduate Training)
  • Family Medicine (District – PHC Services and Post Graduate Training)
  • Laboratory Services (Undergraduate and Post Graduate Training)
  • Blood Bank

 Paramedical Services

  • Occupational therapy
  • Physiotherapy
  • DIS (CT scan, Ultrasound, Doppler, MRI
  • Speech therapy
  • Audiolopgy
  • Dietetics
  • Dental
  • Social Worker
  • ARV clinic
  • Telemedicine
Assisting those who cannot assist themselves

Ngwelezana Hospital is a 554 bedded hospital. It provides District, Regional and Tertiary Services to communities from Uthungulu, Umkhanyakude and Zululand Districts. Map showing location of the hospital.  It is situated at Ngwelezana Suburb which is 5km’s away from Empangeni. Empangeni is about 20km’s from Richards Bay Industrial area, Harbour and Beaches and Airport.

For further information on medical electives, please contact Dr Nwachukwu on innocent.nwachukwu@kznhealth.gov.za

Construction of a 192 bed surgical ward at Ngwelezana hospital
 Ngwelezana Hospital is in a process of constructing a three storey 192 bed surgical building.
This is part of the Department’s on-going infrastructural renewal. Inconveniences during the construction like increased noise, dust and redirection of routes will be experienced. Staff members, visitors and community are requested to be patient. We apologise for any inconveniences that may be experienced. For further information, please contact the Public Relations Officer; Ngwelezana Hospital 035 901 7122.

Hospital Events

   Hospital Newsletter

 Please contact the Miss Zandile Zwane with any compliments or complaints you may have.

Tel: 035 901 7122
Fax: 035 795 1684
Email: pro.ngwelezana@kznhealth.gov.za  

Site last edited on 11 January, 2017 

 KZN Department of Health

The materials on this website may be copied for non-commercial use as long as our copyright notice and website address are included.
Copyright © KwaZulu-Natal Department of Health, 2001

Web Administrator | Disclaimer

The post Dr Robert Muller chirurg met beroepsverbod werkt in Ngwelezana Hospital Z-A. appeared first on SIN-NL.

Rechter geeft Q-koortspatiënten ongelijk in zaak tegen de Staat

$
0
0

De Nederlandse Staat heeft voldoende gedaan om de verspreiding van Q-koorts tegen te gaan. Mensen die in de omgeving van besmette boerderijen woonden, werden voldoende voorgelicht en er zijn genoeg maatregelen getroffen.

De patiënten houden de overheid verantwoordelijk voor de verspreiding van de ziekte. Ze vinden dat destijds niet genoeg is gedaan om verspreiding van Q-koorts te voorkomen en dat bewoners van de getroffen gebieden onvoldoende werden voorgelicht.

Afgewezen

De rechtbank heeft de vordering van de eisers afgewezen, blijkt uit het zeventig pagina’s tellende vonnis. ”De rechtbank is van oordeel dat de algemene voorlichting over Q-koorts voldoende is geweest. Verder konden omwonenden en passanten op basis van de verstrekte informatie weten in welke gemeenten zich een (mogelijk) besmet bedrijf bevond”, staat in het vonnis.

De klagers vinden onder meer dat de overheid te laat ingreep om de ziekte te bestrijden en te lang wachtte met het ruimen van getroffen boerderijen. Al in 2008 was bekend dat het aantal besmettingen drastisch was gestegen, terwijl in 2010 de eerste dieren werden geruimd. Ook vinden patiënten het wrang dat zij nooit zijn gecompenseerd door de overheid, terwijl de getroffen veehouders een schadevergoeding kregen.

Rechter: Staat niet nalatig met aanpak Q-koorts

Epidemie

Q-koorts wordt overgedragen van dieren op mensen en komt vooral voor bij melkgeiten. In 2007 brak in Nederland een Q-koortsepidemie uit en werden vooral geiten- en schapenboerderijen in Gelderland en Noord-Brabant getroffen. Duizenden mensen kregen de ziekte, van wie er volgens officiële tellingen 26 zijn overleden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) geeft echter toe dat het werkelijke aantal dodelijke slachtoffers hoger ligt. De stichting Q-support berekende dat 74 mensen aan de ziekte overleden. In 2009 liep het aantal Q-koortsbesmettingen bij mensen op tot 2.354.

Ruimingen

Om de ziekte terug te dringen werden in 2010 zo’n 50.000 voornamelijk drachtige melkgeiten en -schapen geruimd. In datzelfde jaar daalde het aantal ziektegevallen tot 504. In 2011 waren dit er nog 81. Daarnaast kwam er een vaccinatieplicht voor melkgeiten en -schapen in Noord-Brabant en aangrenzende gebieden.

Mensen die lijden aan Q-koorts hebben last van griepverschijnselen, hoewel de helft van de patiënten geen klachten heeft. Een aantal patiënten heeft last van een chronische vorm van de ziekte en lijdt nog steeds aan de gevolgen.

Luc Rohof, een van de advocaten van de Q-koortspatiënten, overweegt om in hoger beroep te gaan. ”We gaan eerst het zeventig pagina’s tellende vonnis bestuderen”, aldus Rohof.

The post Rechter geeft Q-koortspatiënten ongelijk in zaak tegen de Staat appeared first on SIN-NL.

Rb Den Haag: De Staat niet aansprakelijk voor schade Q-koorts-patiënten

$
0
0

De Staat is niet aansprakelijk voor de schade van Q-koorts-patiënten. Dat is het oordeel van de rechtbank Den Haag in een civiele rechtszaak die 297 mensen hadden aangespannen. Het verwijt dat zij de Staat maakten was dat hij (1) hen onvoldoende geïnformeerd heeft over de hem bekende gevaren van Q-koorts en (2) te lang heeft gewacht adequate maatregelen te treffen om hen tegen die gevaren te beschermen. De rechtbank heeft deze verwijten onderzocht en oordeelt dat de Staat niet onrechtmatig heeft gehandeld.

Verwijt van onvoldoende voorlichting

De rechtbank is van oordeel dat de algemene voorlichting over Q-koorts voldoende is geweest. Verder konden omwonenden en passanten op basis van de verstrekte informatie weten in welke gemeenten zich een (mogelijk) besmet bedrijf bevond. Ook is informatie verstrekt over gebieden waarin veel mensen ziek waren geworden. Met de combinatie van deze gegevens waren betrokkenen voldoende in staat voor zover mogelijk preventieve maatregelen te nemen, zo oordeelt de rechtbank.

Verwijt dat maatregelen onvoldoende en te traag waren

De rechtbank oordeelt verder dat het verwijt dat de genomen maatregelen onvoldoende of te traag waren niet opgaat. Hierbij moet de rechtbank beoordelen welke maatregelen de Staat op grond van wettelijke en verdragsrechtelijke verplichtingen had moeten nemen, en niet zo zeer welke hij had kunnen nemen.

Vóór juli 2009 heeft de Staat vooral algemene maatregelen genomen, zonder dat precies bekend was welke bedrijven besmet waren. Dat waren maatregelen met betrekking tot hygiëne en mest en vaccinatie. De rechtbank is van oordeel dat tot dat moment geen rechtsplicht bestond om verdergaande maatregelen te treffen.

In juli 2009 heeft de Staat zijn aanpak ingrijpend gewijzigd. Op basis van een test waarmee de Q-koorts-bacterie in de tankmelk van geiten kon worden aangetoond kon worden vastgesteld of een bedrijf wel of  niet besmet was. Deze test had naar het oordeel van de rechtbank niet eerder ingezet hoeven te worden. Vervolgens heeft de Staat verstrekkende maatregelen genomen ten aanzien van besmette bedrijven, zoals een vervoersverbod, een fokverbod en uiteindelijk het besluit tot het ruimen van dieren. De Staat heeft met deze gewijzigde aanpak in overeenstemming met zijn rechtsplicht gehandeld
Uitspraken

The post Rb Den Haag: De Staat niet aansprakelijk voor schade Q-koorts-patiënten appeared first on SIN-NL.

Veel poliepen niet herkend door bevolkingsonderzoek darmkanker

$
0
0
Het bevolkingsonderzoek naar darmkanker mist het overgrote deel van ‘zaagtandvormige’ poliepen, belangrijke voorlopers van darmkanker. Dat concludeert het AMC in Amsterdam in een donderdag verschenen onderzoek.

Volgens het academische ziekenhuis ontstaat 15 tot 30 procent van alle darmkankers uit deze poliepen en niet uit de ‘rode bolle poliepen’ die wel door het bevolkingsonderzoek worden opgespoord.

Over de zaagtandvormige poliepen bestond lange tijd het vermoeden dat ze nauwelijks een rol spelen bij het ontstaan van darmkanker. Maar dat ligt dus volgens het AMC anders.

“Deze poliepen kunnen wel degelijk uitgroeien tot kankergezwellen en komen vaker voor dan gedacht”, stelt arts en onderzoeker Joep IJspeert in zijn promotieonderzoek.

Jaarlijks krijgen zo’n 15.000 Nederlanders te maken met darmkanker.

The post Veel poliepen niet herkend door bevolkingsonderzoek darmkanker appeared first on SIN-NL.

18 oud-bestuurders Meavita schikken voor 1,8 miljoen

$
0
0

De achttien oud-bestuurders en commissarissen van Meavita zijn gisteren tot een vergelijk gekomen met de curatoren van de failliete zorgorganisatie. Zonder aansprakelijkheid te erkennen, betalen de bestuurders en commissarissen 1,8 miljoen aan de curatoren.

De achttien oud-bestuursleden en commissarissen van Meavita hebben met de curatoren een finale regeling gesloten. Op grond van deze regeling ontvangen de Meavita-curatoren gezamenlijk, zonder erkenning van enige aansprakelijkheid door de betrokkenen, een schikkingsbedrag van circa 1,8 miljoen euro. Deze regeling is met name mogelijk gemaakt door middelen uit de D&O-verzekering. ABVAKABO FNV is niet bij de totstandkoming van deze overeenkomst betrokken.

Meavita
De Hoge Raad heeft gezegd dat de laatste uitspraak opnieuw beoordeeld moet worden, omdat een van de rechters feitelijk al met pensioen was. Dat betekent dat er een nieuwe beoordeling moet komen op basis van de bestaande rapporten en onderzoeken. De FNV heeft gepleit de nieuwe beoordeling zonder extra zitting te doen nu die niets meer toevoegt aan de zaak.

Meavita schrijft in een persverklaring: ‘De Hoge Raad oordeelde dat de Ondernemingskamer de verwijtbaarheid van individuele personen onvoldoende heeft gemotiveerd waardoor het kostenverhaal onvoldoende is onderbouwd. Een nieuwe behandeling van de zaak bij de Ondernemingskamer vergt echter niet alleen weer veel tijd maar gaat ook alle partijen weer veel geld kosten. Na een lange strijd van 8 jaar is het tijd om weer vooruit te kijken.’

Advocaat FNV
Advocaat Arno van Deuzen die de Meavita-zaak voor de FNV voert, zegt verrast te zijn. ‘De curatoren hebben mij hierover niet ingelicht. Dat hoeft formeel ook niet, maar ik vind het toch ongebruikelijk. Omdat de FNV bij deze schikking geen partij is, staat de schadeclaim van de medewerkers hier dan ook helemaal buiten. Die blijft dan ook gewoon staan. Nu de curatoren over 1,8 miljoen extra beschikken, ziet de vergoeding van die paar ton aan schadeclaims voor voormalige Meavita-medewerkers er wel beter uit. Over de motieven van deze achttien bestuurders en commissarissen om te schikken, kan ik natuurlijk weinig zeggen. Het lijkt erop alsof ze geen heil meer zien in verder procederen.

Dan blijft de oude uitspraak uit 2015 staan, waarin is vastgesteld dat er inderdaad sprake was van wanbestuur en dat dit wanbestuur heeft geleid tot het faillissement van Meavita.’

Dossier Governance
In het dossier governance staan artikelen over de wijze van besturen, de gedragscode en het toezicht op organisaties.

The post 18 oud-bestuurders Meavita schikken voor 1,8 miljoen appeared first on SIN-NL.

Viewing all 2666 articles
Browse latest View live